26 mei 2015, om 20:00, Stadhuis

Werkgroep Stad: facilitair grondbeleid en toepassing Grex-wet in Den Haag

Den Haag heeft met de Nota Grondbeleid uit 2012 afscheid genomen van de actieve grondbeleid en actieve regie van locatie- en gebiedsontwikkeling. Het initiatief wordt overgelaten aan particulieren en men spreekt over facilitair grondbeleid. Na de financiële crisis van 2008 is de bouwopgave fundamenteel anders. Geen grote uitbreidingswijken meer, maar complexe herstructureringsplannen en transformatie en/of herbestemmingen van bestaande gebouwen. De taak van raadsleden is kaderstellend en toetsend, dat was goed mogelijk met toetsingskaders zoals het exploitatieplan en het planologisch besluit. Bij een zogenaamde anterieure overeenkomst (die niet altijd tot exploitatieplan leidt) is dat kaderstellen en toetsen niet altijd mogelijk. Ontwikkelaars/grondexploitanten en gemeente hebben hier een veel vrijere onderhandelingspositie. Zo kan flexibel en gefaseerd worden gewerkt. Voor raadsleden zonder geografische of stedenbouwkundige achtergrond is het niet eenvoudig om samenhang te zien tussen stedenbouwkundig plan, anterieure overeenkomst, bestemmingsplan en exploitatieplan. Terwijl een doelstelling van de Grex-wet uit 2008 juist transparantie was.

Programma van de avond:

  • 20 minuten toelichting op het verschil tussen de oude situatie met ‘actief grondbeleid’ en stedenbouwkundige plannen en de nieuwe realiteit met ‘facilitair grondbeleid’ door de heer Hendriks.
  • 20 minuten toelichting op de praktische toepassing van de Grex-wet in Den Haag, anterieure overeenkomst of exploitatieplan? Wat is de realiteit van gebiedsontwikkeling na 2008? Door de heer Hendriks.
  • 20 minuten toelichting op de casus Scheveningen Haven door de heer Hendriks
  • 60 minuten debat aan de hand van drie thema’s

Thema’s voor de discussie zijn:

  • Omkering planvorming: leidt facilitair grondbeleid tot een omkering in planvorming? Er is geen stedenbouwkundig plan, de grondexploitant/ontwikkelaar komt met een plan en het bestemmingsplan wordt gewijzigd en pas gemaakt op het plan de grondexploitant. Leidt ‘het verleiden van investeerders en grondeigenaren’, ‘flexibiliteit in planvorming’ en ‘fasering in tijd’ tot samenhangende en kwalitatieve stedenbouw? Is er een duidelijke ruimtelijke visie noodzakelijk?
  • Conflicten bij planvorming: leidt het facilitair grondbeleid niet tot voortdurende conflicten tussen betrokken bij wijzigingen van bestemmingsplannen?
  • Spanningsveld dynamiek-onzekerheid: hoe kan de gemeente richting geven als deze slechts faciliterend is? Leidt facilitair grondbeleid niet tot teveel onzekerheden bij bewoners, investeerders, grondexploitanten etc. Iedereen wil graag risico’s reduceren, vooral investeerders. De dynamiek die de gemeente wil hebben betekent ook onzekerheden en risico’s. Vooral als de schaal van het plan te groot is. Voor veel investeerders zijn de goede voorzieningen en kwalitatief goede stedelijke ruimten een belangrijkere overweging om te investeren dan dynamiek.

Contactpersonen: Frits van Erpers Roijaards ([email protected]) en Leo Oorschot ([email protected]).