Grijp het stuur op de Haagse woningmarkt

6 maart 2019

Inbreng van Martijn over de Woonvisie tijdens de commissie ruimte (06/03/2019)

Voorzitter, als je kijkt naar de zorgen van Haagse woningzoekenden, zowel huurders als kopers, dan zijn er een paar zaken waar zij zich druk om maken: is of blijft mijn woning betaalbaar? Als je wilt verhuizen – als je ouder wordt bijvoorbeeld, gezinsuitbreiding krijgt; of een huis wil als starter of nieuwe Hagenaar, kan je dan een woning vinden? En als je ergens woont, wordt je woning dan netjes onderhouden? Wat te doen als dat niet gebeurt, het huis verloedert, de wijk verandert, huiseigenaren, verhuurders er een potje van maken? Kan je dan op de gemeente rekenen?

Ik constateerde het al in de eerdere termijn. Op de bouwopgave heeft dit stadsbestuur een aardig antwoord: 10.000 woningen erbij. Goed, want die zijn hard nodig. Of het genoeg is, kan je over twisten. Maar er gebeurt tenminste wat. Eindelijk.

Maar als je dan kijkt naar wat voor woningen er komen. Gewoon vraag en planvoorraad naast elkaar zet. Gewoon kijkt naar wat voor type woningen er nodig zijn. Dan is er maar een conclusie: deze woonvisie lost de woningnood voor mensen met een modaal inkomen niet op. Sterker nog, de woonvisie vergroot deze.

Daar waar we een rem moeten zetten op de prijsstijging, die maakt dat veel groepen er absoluut niet meer tussen komen, versterken we die juist. En aan bizarre toestanden – of het nu de belegger is die hele straten op koopt, of de huisbaas die er een zootje van maakt – wordt niks gedaan. Er zijn geen plannen om hier echt paal en perk aan te stellen.

En door dure appartementen in het centrum te bouwen. Door mensen met lage inkomens te weren uit Moerwijk. Door nog meer zorgdoelgroepen in de slechtste wijken te plaatsen. Door niet te willen bouwen in betere wijken: dan neemt de segregatie toe.

Het is een liberaal verhaal. Met een grenzeloos vertrouwen in de markt. Maar met weinig gevoel voor wat onze stad echt nodig heeft: gewone huizen voor starters, voor ouderen, voor al die mensen met een modaal inkomen die woonlasten van 400 tot 900 euro kunnen hebben.

Voorzitter, als er meer betaalbare woningen worden gebouwd, we beter spreiden en we meer sloten op de deur doen om sociale en middeldure woningen betaalbaar te houden, dan lossen we de woningnood veel effectiever op.

Voorzitter. Of het nu een gebrek aan planvoorraad is, een gebrek aan financieringsruimte voor corporaties, of omdat u onvoldoende de markt aanspreekt – lees: eist – dat ze ook sociale woningen realiseren, het is te weinig. Er zijn 100.000 plus wachtenden en simpelweg nauwelijks woningen voor hen. In 2017 maar 5 procent sociale woningbouw, 2 procent in 2018, 8 procent in 2019. Na 2020? Niets. Dat moet beter. En er zijn opties.

Allereerst moet er een strakkere ambitie komen. De huidige van 750 per jaar was al te weinig, maar wordt zelfs niet gehaald. Zeker niet als we de sloop, verkoop en studentenwoningen er afhalen. Is de wethouder op zijn minst bereid de ambitie van 750 als absolute aparte ambitie te zien, los van de studentenwoningen? Want die studentenwoningen zijn zeker nodig, maar daarmee lossen we de enorme wachtlijst niet op! En is de wethouder bereid een absolute stop af te kondigen voor liberalisering en verkoop? En tenslotte: waarom kunnen we niet gewoon in elk bestemmingsplan 30 procent sociaal, 20 procent middeldure huur en 25 procent middeldure koop vastleggen? Stok achter de deur, zodat de markt moet en corporaties gemakkelijk kunnen instappen.

Voorzitter. Dan over de financieringsruimte. Een investeringsplan voor de beschikbare 2 keer 15 miljoen is er nog niet. Graag zie ik een concreet plan tegemoet, zodat de raad kan zien waar de middelen naar toe gaan.

En ook over verruiming van de financieringsmogelijkheden. Ik pleitte de vorige bespreking al voor een lange termijnplan: voor meer betaalbare productie en een vergroting van de financieringscapaciteit. We moeten bouwen naar behoefte. Deze periode, maar ook op lange termijn: Is het college bereid de mogelijkheden te onderzoeken van alle opties om de financieringsruimte voor betaalbare woningen te vergroten. Bijvoorbeeld de WOM, korting op de verhuurdersheffing bij de grote bouwprojecten, inzet van eigen middelen, corporaties van buiten uitnodigen. En mogelijkheden om zelf te bouwen, zoals in Purmerend en Emmen gebeurd, het instellen van een eigen woningbouwfonds op basis van groeiende inkomsten van de stad. Verhoog desnoods de OZB.

Is de wethouder bereid een korte en een lange termijn plan te maken voor de zomer, waarin wordt geschetst hoe op zijn minst het tekort aan betaalbare woningen deze periode en de komende tien jaar substantieel wordt teruggedrongen en alle mogelijke financiële scenario’s in beeld gebracht worden om dat te doen? Graag een reactie.

Voorzitter. Dan het beheer van corporaties. Wil je woningen betaalbaar houden dan moet je ze door corporaties laten beheren en verdelen. Anders lopen we het risico dat ze in 10 of 20 jaar geliberaliseerd worden en uit de voorraad zijn verdwenen. Ik wil het college verzoeken: doe dit niet. Lees ik het bovendien goed dat nu definitief dan het woonverdeelsysteem niet geldt? En garandeert het college dat alle sociale woningen in het CID, de Binckhorst en Escamp, ook in de hoogbouw, zullen worden beheerd door een woningcorporatie?

Voorzitter, bouwen alleen gaat niets doen aan de ongekende prijsstijgingen. De crux zit daar in de middeldure huur. De middeldure woningen – en die zijn ook keihard nodig, mits ze ook echt middelduur zouden blijven – blijven dat niet. De torenflats rond de stations gaan over 10 of 20 jaar gigantische rendementen opleveren. Er gaan wat wandjes uit, en ze gaan vervolgens als dure penthouses over de toonbank. Dat moeten we voorkomen. Het slot op de deur is niet stevig genoeg. Is het college bereid dit slot permanent te maken: te verankeren in het bestemmingsplan en dit voor eeuwig vast te leggen?

Voorzitter, het college houdt de voorraad schaars en gaat dat zo herverdelen dat de zwakste woningzoekenden het meest geraakt worden. Mijn partij krijgt geen bevredigend antwoord op de motie over het voortrekken van de meest kapitaalkrachtige doelgroepen in de sociale huursector. Waarom de politieagent voor de loodgieter; waarom de onderwijzer voor de conciërge? Dat is oneerlijk en ook niet nodig, als u zou bouwen voor beide doelgroepen. Maar dat doet u niet. Voor beide niet. Waarom niet beiden voortrekken bij nieuw te bouwen middeldure huurwoningen? Dat is te regelen, gewoon via de vergunning die u nu optrekt voor middendure huur.

En voorzitter, u weet dat het geen snars oplost, die Rotterdamwet. Zeker als u weigert in betere buurten betaalbaar te bouwen, én als u weigert de sociale woningvoorraad te vergroten. Integendeel: de armste Hagenaars vallen dan ten prooi aan malafide verhuurders en de meest beroerde woonomstandigheden. Deze wethouder houdt niet van symbolen. Wees een vent. Kappen met deze onzin. Waar zijn de echte spreidingsplannen? Over betaalbaar wonen in de betere buurten. Dat is de enige manier.  Graag een concrete toezegging.

Tenslotte nog drie vragen naar aanleiding van de stukken.

  • De inkomenseis voor middeldure huur via de woonvergunning gaat stapsgewijs naar 950 euro. Een groot risico dat er in die categorie niet gebouwd wordt of aangeboden wordt. Op zich een goede en een begrijpelijke stap. Maar wat als het effect is dat er nog minder middeldure woningen worden gebouwd? Hoe hard is dan de 20 procentnorm en is het college bereid dit uit te breiden? De markt wil immers.
  • En welke categorieën krijgen geen urgentieverklaring meer? Wat wijzigt er nu echt? Graag een toelichting.
  • Dan nog de verhuurvergunning: minister Ollongren heeft juist de verhuurvergunning omarmd en financieel ondersteund, de Haagse scepsis is ons inziens daarom dus niet echt te begrijpen. De PvdA komt hierop deze week met een eigen voorstel.

Voorzitter, ik sluit af. Er komen meer woningen. Het is de taak van een wethouder Bouwen en Wonen om te doen wat de markt niet doet. Betaalbaar bouwen, een stad ontwikkelen voor iedereen, segregatie tegengaan. Het omgekeerde dreigt te gebeuren. Het is niet te laat, voorzitter. Maar dan moet het stadsbestuur het stuur grijpen en gaan besturen.

Daar help je die politieagent, conciërge, loodgieter en wijkverpleegkundige pas echt mee.