Door op 22 juni 2016

In de keuken van…Brussel

Voor mijn werk zit ik tijdelijk veel in Brussel. Een mooie kans om ook een kijkje te nemen bij de lokale politiek. Door de nasleep van de aanslagen op 22 maart is het inmiddels breed bekend: Brussel bestaat uit negentien gemeenten en zes politieregio’s. Het meest aansprekend voor mij is de gemeente ‘stad Brussel’, gevestigd in het prachtige stadhuis op de Grote Markt.In april bezocht ik daar de tweewekelijkse gemeenteraadsvergadering in de statige historistische raadzaal. Dat is wel even een verschil met het moderne Haagse stadhuis. Door het Paasreces is het de eerste vergadering van de gemeenteraad na de aanslagen. Er is veel pers en publiek aanwezig. Veel te veel voor de kleine publieke tribune. Gelukkig kan ik – nadat ik mijn paspoort heb ingeleverd en door de scanner is goedgekeurd – nog net een staanplaats bemachtigen.

De gemeenteraad van Brussel stad telt 49 zetels (het maximum is 55 in België). De Belgische gemeenteraden worden om de zes jaar gekozen. De laatste keer was in 2012. In Brussel stad maken onze zusterpartijen de Parti Socialiste en sp.a deel uit van het college. In België zijn gemeenteraden – net zoals tot 2002 het geval was in Nederland – monistisch. Zowel de burgemeester als de schepenen (wethouders) zijn lid van de gemeenteraad en stemmen mee. Hierdoor vindt het debat voornamelijk plaats tussen oppositie en college: de oppositie valt aan, de burgemeester en de schepenen verdedigen. Als gemeenteraadslid van een coalitiefractie zit je er daardoor vooral als stemvee. Je doet in principe niet mee aan het debat. Daar moet ik als lid van een coalitiefractie niet aan denken!
De vergadering begint met een verklaring van burgemeester Yvan Mayeur van de Franstalige Parti Socialiste, waarbij hij – om en om in Frans en Nederlands – stilstaat bij de aanslagen en de gevolgen daarvan voor Brussel en haar inwoners. Er volgen een minuut stilte en korte statements van andere fracties.
Vervolgens wordt de besluitenlijst afgewerkt. Er worden meer dan zeventig besluiten genomen, waarbij over slechts enkele besluiten een vraag wordt gesteld. Normaal is dit een belangrijk onderdeel van de vergadering, maar nu wordt het een beetje afgeraffeld. Iedereen maakt zich op voor het laatste agendapunt ‘vragen’, waar het college aan de tand wordt gevoeld over de actualiteit.

De zes ingediende vragen komen allemaal voort uit rellen op de Beurs op 27 maart door ‘hooligans’. Het gaat de Nederlandstalige partijen voornamelijk om een controversiële uitspraak van de burgemeester: ‘Vlaanderen heeft Brussel bevuild met extremisten’. De oppositie is fel, verwijten vliegen in het Frans en Nederlands door de zaal. Mijn Frans is niet goed genoeg om het woord voor woord te kunnen volgen, maar de boodschap is meer dan duidelijk: deze burgemeester maakt er een potje van en kan beter aftreden. Raadsleden van de coalitie laten duidelijk weten het er niet mee eens te zijn door door de sprekers heen te schreeuwen. Dat laatste is uitzonderlijk, hoor ik na afloop van de vergadering.

Opvallend is dat de burgemeester zelf de vergadering voorzit, terwijl hij degene is die onder vuur ligt. Een wonderlijke setting vanuit mijn Nederlandse perspectief. De regels faciliteren het wel: de burgemeester mag tijdens zijn antwoord niet geïnterrumpeerd worden. De start van het betoog van de burgemeester wordt nog even verstoord door een stille manifestatie. Protesteren vanaf de publieke tribune mag ook hier niet, maar met het omhoog houden van a4-tjes kom je toch een heel eind. Als de aanwezige pers foto’s heeft gemaakt, is het doel bereikt en kan de burgemeester zijn betoog voortzetten. Na het beantwoorden van de gestelde vragen biedt de burgemeester zijn excuses aan voor zijn controversiële uitspraak en daarmee is de angel uit het debat.
De oppositie krijgt nog een tweede termijn waarin ze elkaar bestrijden op de vraag of de Brusselse problemen vooral voortkomen uit een gebrek aan financiële middelen of een gebrekkige slagkracht van de overheid door de negentien gemeenten en zes politieregio’s. Hierop komt geen reactie meer van de burgemeester. Hij sluit – voor mij als buitenstaander totaal onverwacht- de vergadering. Ik ben eigenlijk erg benieuwd of minder beladen vergaderingen ook zo levendig verlopen. Gelukkig zit ik nog een tijdje veel in Brussel.