Zorgen voor goede huisvesting voor arbeidsmigranten

2 september 2020

Arbeidsmigranten zijn van groot belang voor de lokale economie, maar zeker de huisvesting ervan kunnen ook misstanden met zich meebrengen. Daarom is het goed dat de gemeenteraad vandaag weer over de huisvesting van arbeidsmigranten gesproken heeft.

In en rondom Den Haag zijn veel sectoren die afhankelijk zijn van arbeidsmigranten. Uit onderzoek van Panteia en ABN AMRO blijkt dat arbeidsmigranten essentieel zijn voor de lokale economie. Bij de laatste peildatum bestond Haagse bevolking zelfs voor vijf procent uit arbeidsmigranten. Maar de Haagse Pandbrigade signaleert een groot aantal misstanden die gerelateerd zijn aan de huisvesting van arbeidsmigranten. Dit vraagt om een gerichte aanpak. Inzicht in het werkelijke aantal arbeidsmigranten en hun feitelijke verblijfplaats is hiervoor een belangrijk startpunt en we zijn blij dat het college hiermee aan de slag gaat.

Ook de werkgevers van arbeidsmigranten worden terecht door het college op hun verantwoordelijkheid gewezen, omdat zij degenen zijn die de arbeidsmigranten naar Nederland halen. We zijn tevreden met deze aanpak, maar wat ons betreft zouden werkgevers en uitzendbureaus harder aangepakt mogen worden. Bijvoorbeeld door hen ook financieel aan te spreken op hun verantwoordelijkheid bij bijvoorbeeld de huisvesting van arbeidsmigranten.

Het realiseren van nieuwe locaties kan volgens het college daarnaast helpen om de druk op de huidige woningmarkt en daarmee de misstanden te verminderen. Dat klinkt inderdaad als een goed plan, maar we zijn dan wel benieuwd waar die nieuwe locaties dan precies zouden moeten komen. Dat gaan we scherp in de gaten houden.

Daarnaast speelt de gemeente Westland een grote rol bij de huisvesting van arbeidsmigranten en moeten zij helpen bij het oplossen van de misstanden. Ook belangrijk is dat wordt samengewerkt met maatschappelijke organisaties. Het college heeft tenslotte aangegeven dat de Haagse Pandbrigade versterkt wordt. Een goede ontwikkeling, maar we houden goed in de gaten of het genoeg is en of de extra capaciteit dan ook daadwerkelijk naar handhaving gaat.