Er is geen andere feestdag die ik als kind zo leuk vond als Sinterklaas. Ik was en ben nog altijd gek op pepernoten, de dag voordat Sinterklaas op school zou komen, sliep ik niet van de zenuwen en mijn persoonlijke hoogtepunt: de bloedspannende ontknoping van het Sinterklaasjournaal. Ik gun ieder kind diezelfde spanning en datzelfde plezier. Nadat ik een jaar of acht, negen werd, verdween de magie van het Sinterklaasfeest en helaas was dat niet alleen omdat ik het best bewaarde publieke geheim van Nederland ontdekte.
Het was ook het moment dat andere kinderen mij begonnen te wijzen op de gelijkenissen die mijn uiterlijk vertoonde met dat van Zwarte Piet. Als kind wil je dat natuurlijk niet, en ik begon dan ook van mijn moeder te eisen dat ze mijn haar zou ontkroezen en steil zou maken en vroeg mijn ouders met enige regelmaat waarom ik niet ‘gewoon wit’ kon zijn. Ik zal nooit vergeten hoe ik op latere leeftijd een oppasbaantje kreeg dat uitliep op een debacle. De dochter van het gezin begon iedere keer in paniek te krijsen als ze mij zag, waarna de moeder des huizes mij meedeelde dat ze toch maar een andere oppas gingen zoeken omdat het meisje na een ontmoeting met Zwarte Piet bang was geworden voor zwarte mensen. Het heeft tot mijn achttiende geduurd tot ik mijn haar durfde te dragen zoals het nu is en tot op de dag van vandaag draag ik liever geen gouden oorbellen, want ik wil het risico niet lopen dat een kind op straat mij aanziet voor Zwarte Piet.
Het stelde mij afgelopen jaar dan ook teleur dat collegeleden van onze stad van vrede en recht stralend op de foto gingen met pikzwarte Pieten tijdens de Sinterklaasintocht. Wat mij betreft voeren we dit debat vandaag niet om mensen nog te overtuigen dat Zwarte Piet met de pikzwarte schmink, rode lippen, pruik en onderdanige rol aan vervanging toe is. Dat station zijn we al lang gepasseerd en wij niet alleen: sinds 2015 is de klassieke Zwarte Piet op geen enkele basisschool in Den Haag meer te zien. Den Haag is de eerste grote stad in Nederland waar dit op zo’n grote schaal gebeurt en daar kunnen we trots op zijn. Op de Haagse scholen heeft Piet voortaan geen grote rode lippen, kroeshaar, gouden oorringen en zwarte huidskleur meer. Ook wordt hij niet meer neergezet als het domme, onderdanige hulpje van Sinterklaas. Op school krijgen onze Haagse kinderen dus al een andere Piet mee dan u en ik vroeger meekregen.
Als gemeenteraad is onze invloed beperkt en of we het er mee eens zijn of niet: iedere ondernemer mag helemaal zelf weten welke versiering hij gebruikt tijdens het Sinterklaasfeest. Maar de gemeente Den Haag en onze gemeenteraad heeft wél invloed op de organisatie van de intocht. Mijn vraag aan de wethouder is dan ook simpel: waarom lukt het niet om het beleid van de Haagse scholen door te trekken naar de intocht? Het college geeft aan dat de organisator de intocht zich aan bepaalde subsidieverplichtingen moet houden, waarom staat hierin niet opgenomen dat er een Sinterklaasfeest wordt georganiseerd waar geen enkel Haags kind een nare bijsmaak aan over hoeft te houden?
Wij gunnen ieder kind, wit en gekleurd, een Sinterklaasfeest zoals we daar zelf zo van hebben genoten. Maar tradities zijn niet immuun voor verandering en nu is het moment om met die verandering ook in Den Haag door te pakken.