Oh oh Den Haag, mooie stad achter de duinen: Harry Jekkers zong het zo treffend. Wij kennen de tekst allemaal en van binnen zijn wij allemaal trots om Hagenees te zijn. En toch moeten wij onszelf de afgelopen tijd steeds vaker afvragen of Den Haag nog wel altijd een mooie stad is. De stad is ons pareltje, maar zelfs de mooiste pareltjes hebben verzorging nodig. In verschillende wijken lijk je de afgelopen jaren te mogen kiezen: wil je wonen in een wijk met bergen straatafval, wil je wonen in een wijk met rattenoverlast of als je helemaal geluk hebt kan je kiezen voor een wijk met beiden. Dat is niet het Den Haag die ik graag zie, maar ik denk ook niet het Den Haag die anderen graag zien. Maar als wij dat allemaal vinden, hoe kunnen wij na jaren dan nog steeds de conclusie trekken dat wij met zijn allen de problemen maar niet onder controle te krijgen?
Al jaren kamt Moerwijk met een heuse rattenplaag en startte de gemeente een paar jaar terug met een rattenoffensief om de problemen aan te pakken. Een pilot die bij succes zou worden uitgebreid naar andere wijken en onderdeel zou moeten worden van vast beleid. In de gemeenteraad bespraken wij vandaag de eerste resultaten van dit onderzoek. De pilot lijkt voorzichtig effect te hebben en kan er langzaam worden geconcludeerd dat de maatregelen ten minste zal moeten worden voortgezet. Tegelijkertijd beseffen wij ons echter dat de aanpak momenteel ook onvoldoende blijkt.
Nog steeds komen er meldingen van burgers over rattenoverlast binnen, is er veel restafval op straat en in de sloten te vinden en blijven bewoners brood over de balkons kieperen. Een succesvolle aanpak van het rattenprobleem kan echter niet zonder een goede samenwerking tussen de gemeente en de bewoners. Een schone wijk is namelijk niet uitnodigend voor ongedierte. Daar heeft de gemeente zijn verantwoordelijkheid in, maar ook de bewoners. Maar denkt iedereen hier ook zo over? Nee, helaas niet. De verantwoordelijk wethouder lijkt te suggereren “wij doen genoeg, maar die bewoners willen maar niet meewerken” en sommige bewoners blijven hun wijk vervuilen en met een vinger naar de gemeente wijzen om hun afval op te ruimen. Hoewel een deel van de oplossing van het probleem ook echt bij de bewoners zelf ligt, is de invalshoek van het college voor ons te gemakkelijk. Twee voorbeelden:
- Tussen 25 juli en 15 november 2019 werden slechts 7 boetes uitgedeeld voor bewoners die zich niet aan het voederverbod in de wijk hielden. Hoe kan je als gemeente concluderen het maximale aan handhaving te hebben gedaan als er zo weinig heterdaadjes beboet zijn? Slechts 7 boetes, terwijl als wij nu op de fiets stappen wij meerdere heterdaadjes treffen, waarom de handhavers niet? Gelukkig is in het coalitieakkoord meer geld uitgetrokken voor handhaving en heeft het college toegezegd om hier snel werk van te maken.
- Voor veel bewoners van de stad is het weggooien van oud brood onbespreekbaar, maar leidt het voeren van vogels en eenden tot een toename van voedsel in de openbare ruimte. Hiervoor wordt in veel steden al met succes gebruik gemaakt van zogenaamde broodcontainers. Het brood wordt verzameld en energie worden opgewekt. Van een brood kan een led-lamp vijf dagen branden. Broodcontainers kunnen in Den Haag op aanvraag en bij voldoende commitment van de buurt worden geplaatst. Maar weten alle bewoners wel dat je een broodcontainer kan aanvragen, wat hier de voorwaarden voor zijn en of zij überhaupt in staat zijn een aanvraagprocedure te doorlopen? Het is naïef van de gemeente om te denken dat dit wel het geval is. Hierdoor wordt de inzet van broodcontainers geen onderdeel van het voorkomen van ongedierte, maar pas een middel die ingezet wordt als het feitelijk te laat is. Zonde.
Er is steeds meer aandacht voor de problemen, maar de resultaten zijn nog onvoldoende om te kunnen zeggen dat wij aan de winnende hand zijn. De rat lijkt steeds meer van Den Haag een vaste verblijfplaats te maken en verspreid zich al in versneld tempo over andere wijken dan Moerwijk. En net wanneer je denkt dat het niet nog meer kan tegenzitten… Vanaf 2023 is het door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden verboden voor bewoners en bedrijven om zelfstandig muizen en rattengif in te zetten. Volgens het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) ontstaat hiermee een veel grotere calamiteit dan de bijvoorbeeld met de eikenprocessierups. Het KAD voorziet hierdoor zelfs dat men de gevolgen van dit besluit pas gaat realiseren als de ratten en muizen letterlijk over straat rennen. Een angstbeeld. Vooral als we bezien hoe groot de problemen vandaag de dag al zijn en hoe groot de problemen dan vanaf 2023 zullen worden. Wij mogen daarom met zijn allen niet verslappen, niet minder, maar meer aandacht voor handhaving en bestrijding. Zodat wij allemaal nog steeds met trots en vol overtuiging kunnen zeggen: Oh Oh Den Haag, mooie stad achter de duinen.