In Memoriam: Mevr. Mr. A.P.(Tineke) Schilthuis 1921-2013
Op dinsdag 26 november is Tineke Schilthuis overleden. Zij was een belangrijk lid van onze afdeling, en velen zullen zich haar nog herinneren als een belangrijk, integer, sociaal mens met een grote belangstelling voor waterstaat, natuur, landbouw, alternatieve landbouw, en het alternatief onderwijs en de geneeskunde.
Zij studeerde Rechten in Groningen, was van 1956-1967 lid van de Tweede Kamer. Zij kreeg een relatie met fractiegenoot Jan Bommer, waarna beiden de Kamer verlieten. Van 1970-1974 was zij lid van de Haagse Gemeenteraad en voorzitter van het Gewest ‘s-Gravenhage.
In 1971 vormden PvdA, D66 en de PPR een Schaduwkabinet. Voor de verkiezingen sloten zij een samenwerkingsakkoord, waarmee zij de verkiezingen ingingen. Joop den Uijl was de schaduw Minister-president. In dit kabinet werd Tineke Schilthuis staatssecretaris voor Verkeer en waterstaat.
In 1974 werd zij benoemd tot Commissaris van de Koningin in de provincie Drenthe, een functie die zij tot 1982 heeft vervuld.
Er wordt gezegd, dat de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, De Gaay Fortman, bij haar voordracht werd geconfronteerd met de vraag of zij, als vrouw, wel opgewassen zou zijn tegen de taken van openbare orde in tijden van crisis. ‘Ach,’ schijnt de minister toen gezegd te hebben, ‘in Drenthe gebeurt nooit wat’. Vier (4) gijzelingsacties vanuit de Molukse gemeenschap later durfde niemand die vraag nog te stellen. Met grote kracht en met een groot hart gaf zij leiding aan de operaties, en heeft zij er alles aan gedaan om de relatie met de Molukse gemeenschap te herstellen. Zij was overigens zelf een doelwit en moest vluchten uit haar werkkamer in het provinciehuis via het raam. Ze ontsnapte ternauwernood. Na 1982 werd zij benoemd als Staatsraad in Raad van State, naast de adviesfunctie die daarvan onderdeel is, was zij ook actief als lid van de afdeling Rechtspraak. Kortom, een partijgenote met een belangrijke geschiedenis in onze samenleving, de partij en in onze afdeling.
Voor mijzelf is er ook nog een persoonlijke herinnering. Van mijn 14e tot mijn 21e waren wij buren.
Een Kamerlid als buurvrouw! – Dat was interessant. Zij ontdekte mijn politieke interesse en nodigde mij uit. Dat begon in oktober 1966 na de Nacht van Schmelzer, toen het kabinet Cals met de PvdA, viel. We hebben veel over politiek gesproken, over het Kamerwerk, en over alle mensen die zij kende. Voor mij ging er een wereld open. Haar oom, Het PvdA Kamerlid Jan Schilthuis was Voorzitter geweest van de Parlementaire Enquete commissie 1940-45. Deze commissie onderzocht jarenlang de gang van zaken tijdens de Tweede Wereldoorlog rond Koningin en Kabinet in Londen.
Toen ik Rechten en Parlementaire geschiedenis ging studeren in Leiden schonk zij mij het enorme verslag van deze enquête – ongeveer anderhalve meter boekwerken – met daarin een opdracht en alle handtekeningen van de leden van deze Commissie. Een onvergetelijk gebaar.
Toen zij naar Drenthe ging is het contact verloren gegaan. Bij haar overlijden komen dan de herinneringen boven, en dan besef je hoe bevoorrecht je was om deze krachtige en belangrijke vrouw te hebben mogen ontmoeten.
Voor onze Partij is zij van groot belang geweest en ik herdenk haar met een groot respect.