Afgelopen woensdag en donderdag was het begrotingsdebat in de Gemeenteraad. Onze fractievoorzitter Janneke Holman gaf hier een inbreng waarbij ze door de geschiedenis van de gemeenteraad vloog en tegelijkertijd aandacht vroeg voor zonnepanelen, dak- en thuislozen en het slavernijmonument. Ook diende zij hierbij onze moties in. Alle drie de moties zijn aangenomen door de gemeenteraad, en daar zijn we ontzettend blij mee!
“Soms beland ik in een historische rabbit hole. Vaak óf in de beeldbank van ons eigen Haagse gemeentearchief, óf in het online krantenarchief Delpher. En zo kon het dat ik afgelopen week mezelf urenlang heb verloren in krantenartikelen over gemeenteraadsvergaderingen over de begroting door de jaren heen. Want geschiedenis herhaalt zich nooit, maar rijmt altijd een keer.
Ik ga terug naar 1872, precies 150 jaar geleden. Het meest heikele punt was toen de hoogte van een lening die het college zou afsluiten om de ‘werken’ te bekostigen in het volgende jaar. Na de stemming constateerde een raadslid dat, ik citeer: “nog nooit een gemeentebegrooting hier ten stede tot zóó langdurige debatten aanleiding heeft gegeven als juist deze”. Ik denk dat deze stelling anno 2022 geen stand houdt, met de uren die wij hier tegenwoordig maken.
Een duik in de geschiedenis maakt ook nederig. Ik had mijn betoog kunnen beginnen met dat we leven in ongekende tijden, met de coronacrisis net achter de rug, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en inflatie. Maar onze stad heeft de afgelopen eeuwen al zoveel doorstaan. Ik zou bijna willen zeggen: onze stad heeft laten zien dat zij tegen een stootje kan. Dat betekent niet dat we niet constant moeten blijven investeren om onze stad weerbaar te maken. Tegen ongelijkheid en armoede, tegen de wooncrisis, tegen klimaatverandering.
Ik maak een sprong in de tijd. De gemeentebegroting van 1922. 100 jaar geleden, over onderwijs. Het college zegt toe om een richting uit te werken om kinderen niet alleen in de schoolbanken te houden, maar om ook “liefde te kweeken voor natuur en schoonheid”, met uitstapjes naar musea en de natuur. En daar staan we dan vandaag, in 2022: ieder kind in onze stad verdient een fijne schooltijd. Het mag niet zo zijn dat sommige scholen minder activiteiten buiten het curriculum om kunnen betalen, omdat de ouderbijdrage niet meer uit de Ooievaarspas wordt vergoed sinds deze vrijwillig is. Dat de ene school 2,50 euro per kind te besteden heeft met Sinterklaas en de ander 15 euro kan en mag niet het gevolg van deze wetswijziging zijn. Dat lijkt volgens onze signalen uit het onderwijsveld wel aan de hand te zijn. Daarom de volgende motie:
Verzoekt het college:
- Samen met partners in de stad een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de effecten van het afschaffen van de ooievaarspas bijdrage voor de ouderbijdrage;
- In dit onderzoek specifiek in te gaan op de effecten van deze maatregel op de gemeentelijke doelstelling om de segregatie en kansenongelijkheid in de stad tegen te gaan, de verschillen in de financiële ruimte van scholen in Den Haag voor activiteiten buiten het curriculum om en specifiek de positie van scholen in de meest kwetsbare wijken van de stad;
- De raad uiterlijk in Q2 van 2023 over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren en indien nodig bij de voorjaarsnota met voorstellen te komen om de verschraling en/of verschillen tussen scholen te verkleinen.
Terug naar de begroting van 1922. Ook het jaar dat de gemeenteraad besloot om Buitenplaats Westhof aan de rand van Spoorwijk aan te kopen, om een betere verbindingsweg met Rijswijk te kunnen aanleggen en volkshuisvesting te realiseren. Inderdaad, volkshuisvesting. Een term die we vandaag de dag weer zijn gaan gebruiken. Net als 100 jaar geleden is het besef er dat de overheid meer regie moet nemen, en meer moet sturen op betaalbare woningbouw.
De aankoop van een buitenplaats is dan ook meteen mijn bruggetje naar gemeentelijk vastgoed. We zijn hier in de raad vaak naarstig op zoek naar plekken voor betaalbare bedrijfshuisvesting, ontmoetingsplekken en maatschappelijke opvang. Ondertussen hebben we een ambitie op het verkopen van gemeentelijk vastgoed, terwijl die panden misschien wel de plekken blijken waar we al die tijd naar op zoek waren. Daarom de motie ‘Gemeentelijk vastgoed is meer dan een verdienmodel.’ Met het dictum:
verzoekt het college:
- Beleid op te stellen wat kan dienen als afwegingskader voor de inzet van gemeentelijk vastgoed bij het behalen van de gemeentelijk ambities op in ieder geval; betaalbare bedrijfshuisvesting, maatschappelijke voorzieningen, cultuur en leefbaarheid in wijk- en buurtcentra.
- Dit afwegingskader ter vaststelling voor te leggen aan de raad.
- De raad hierover te informeren bij de evaluatie van de verkoop van gemeentelijk vastgoed begin 2023.
- In het licht van bovenstaande constateringen en overwegingen kritisch te kijken naar de vastgestelde verkooplijst (RIS 307529) en de uitkomsten te betrekken bij de evaluatie begin 2023.
Al die geschiedenis is niet bedoeld om moedeloos te maken, alsof we jaar na jaar, eeuw na eeuw dezelfde debatten voeren en geen stap vooruit komen. Natuurlijk is er vooruitgang. En nieuwe uitdagingen. Zoals over klimaatverandering, de energietransitie en de hoge energierekeningen die nu ongelijk uitpakken in onze stad. Ik ben blij met de toezegging van de wethouder om de mogelijkheden te bekijken om meer duurzaamheidssubsidies niet achteraf, maar ook vooraf te verstrekken. Want uit het onderzoek naar energiearmoede van de Nationale ombudsman blijkt ook dat juist dit belemmerend werkt voor mensen met een laag inkomen en weinig spaargeld.
Dan, zonnepanelen. Te veel daken in Den Haag zijn nog leeg. Van gemeentelijke panden, van corporatiewoningen. Terwijl daar juist kansen liggen om via bijvoorbeeld energiecoöperaties ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen aan de energietransitie, ook sociale huurders en mensen met een laag inkomen. Daarom dienen wij hier samen met GroenLinks hier twee moties over in, zojuist al voorgelezen, en steunen we van harte de motie van de SP.
Dan, het bestrijden van dakloosheid. Ik ben blij met het plan van het kabinet met het doel om dakloosheid voor 2030 uit te bannen. Graag een reactie van het college of zij zich scharen achter deze ambitie. En dan komt natuurlijk de vraag op: hebben we genoeg middelen om dit ook in Den Haag te waar te maken? Het is niet bepaald bemoedigend dat dat geld dat bedoeld is voor het bestrijden van dakloosheid het afgelopen jaar niet is uitgegeven, terwijl de plannen, óók uit het veld, er weldegelijk lagen. Wil het college hierop ingaan, ook op de inspraak van de heer Bos hierover?
En nog belangrijker: hoe zorgen we ervoor dat het nooit weer gebeurt dat er geld op de plank blijft liggen voor mensen in de stad die het juist het hardste nodig hebben? Ik heb in de commissie de wethouder al opgeroepen om met een nieuw plan te komen, omdat het Tien Punten Plan uit 2018 toe is aan een update. Mét financiële bijlage zodat we weten wat we met welke middelen kunnen bereiken. Ik vraag daarom ook nogmaals aan de wethouder: wat wordt het financiële vertrekpunt van dit plan, met welk financieel kader worden ambtenaren straks op pad gestuurd om dit plan te maken, en in hoeverre worden de rijksmiddelen Brede aanpak dak- en thuisloosheid uit 2022 in de planvorming wél meegenomen, juist ook om de knelpunten op te lossen die er nu wel degelijk zijn in de hele keten van de aanpak dakloosheid?
Tot slot, ik begon niet voor niets met de gemeentebegroting van 1873. Volgend jaar herdenken en vieren we dat 160 jaar geleden slavernij werd afgeschaft, en de facto 150 jaar geleden. Een belangrijk jaar. Het was een bijzonder moment, dat onze burgemeester daar vorige maand namens het college zijn excuses voor aanbood. Een begin om ons verleden een plek te geven, maar zeker nog niet het eind. En ik wil het college dan ook op het hart drukken om er echt voor te zorgen dat zij zich aan haar belofte houdt dathet slavernijmonument voor de herdenking en viering op 1 juli 2023 er ook echt staat, waar mijn collega Mikal Tseggai zich ook zo voor heeft ingezet. Graag een reactie.
In het boek ‘Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad Den Haag’ kunnen we lezen hoezeer de stad heeft geprofiteerd van de slavernij. Die op verschrikkelijke wijze vergaarde rijkdom zat ook ingebakken in die begroting van 1873. Dat klinkt ver weg, maar door zo’n opmerking over de lange vergaderduur die voor ons maar al te bekend is, maakt het juist ook zo dichtbij. Juist daarom is het belangrijk dat we hier zo bewust bij stilstaan in onze stad.”