Iets meer dan een maand geleden mocht ik mijn diploma ophalen op de Universiteit Leiden. Dat maakt mij de eerste uit mijn familie met een universitair diploma, en hopelijk volgen een aantal van mijn zusjes, neefjes en nichtjes snel. Natuurlijk ben ik superblij dat het bij mij – als kind van twee ouders die geen opleiding hebben genoten en als vluchteling naar Nederland zijn gekomen – zover heeft mogen komen. En toch bleef ik na mijn (coronaproof) diploma-uitreiking vorige maand met een bittere nasmaak achter. Het zien van de documentaire ‘Klassen’ maakte een diepe indruk op me en deed beseffen dat kinderen die zo’n 15 jaar jonger zijn dan ik nog steeds tegen dezelfde problemen rondom kansenongelijkheid aanlopen. En dat niet alleen: legio rapporten en onderzoeken laten zien dat de kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs de afgelopen jaren zelfs aan het toenemen is. Geluk hebben met je afkomst, financiële situatie en de opleiding van je ouders lijkt beter te zijn voor je kansen op school dan je daadwerkelijke talenten. We zijn sinds mijn tijd op de basisschool bijna een hele generatie verder en er is niets veranderd. En dat terwijl veel mensen binnen en buiten het onderwijs hun best doen en dat geldt ook voor onze nieuwe wethouder die sinds een jaar aan de slag is met dit thema. Maar het is vechten tegen de bierkaai, want we moeten meer doen dan weekendscholen en betaalbare huiswerkbegeleiding, we moeten het systeem veranderen. Ik wil heel graag over 15 jaar tegen mijn jongste zusje van nu nog geen jaar oud kunnen zeggen dat het niet heeft uitgemaakt dat haar ouders laagopgeleid zijn, of een buitenlandse achternaam hebben bij de kansen die zij kreeg in het onderwijs.
Maar daar tegenover staat dat het vorige en lopende schooljaar de moeilijkste schooljaren sinds de Tweede Wereldoorlog zijn. We zitten midden in de coronacrisis en het Haagse onderwijs had het al moeilijk voor deze coronacrisis. De ongelijkheid wordt alleen maar groter. We staan dus voor een aantal fundamentele keuzes: hoe zorgen we ervoor dat niet ook ons onderwijs in een enorme crisis terecht gaat komen? Sommige zullen zeggen, we zitten er ook in het onderwijs al middenin. Maar, vandaag stellen we als het goed is dit jaarplan vast voor het Haagse onderwijs. En zoals onze Amsterdamse partijgenote Marjolein Moorman altijd zegt: ongelijkheid is een keuze. En we kunnen vandaag kiezen om de ongelijkheid tegen te gaan. Daarvoor heb ik een drietal voorstellen.
Om het lerarentekort aan te pakken, is het belangrijk dat ook mensen die vanuit een functie op MBO 4 niveau willen zij instromen, die mogelijkheden te bieden. Ik heb daarom een motie ingediend om te onderzoeken hoe we het vooral op financieel gebied makkelijker kunnen maken voor MBO’ers om door te stromen in het onderwijs.
We moeten daarnaast ook het keuzemoment en het selectiemoment in het Nederlandse onderwijs uitstellen. Gelukkig ziet de wethouder dit ook in, maar ik heb nog een meer vergaand voorstel gedaan. We kunnen scholen namelijk niet alleen aanmoedigen door met ze in gesprek te gaan over brede brugklas, maar ook door brede brugklassen met subsidies te ondersteunen. Ik heb de wethouder daarom gevraagd om te onderzoeken of het aantal brede brugklassen kan worden uitgebreid en of we scholen die ermee beginnen een ‘brede brugklasbonus’ kunnen geven.
Als laatste is het mooi als we meer brede buurtscholen in Den Haag faciliteren: deze scholen functioneren tevens als ouder & kind centrum en buurthuis en houden zich met belangrijke organisaties uit de buurt bezig met de ontwikkeling van het kind. Daarom heb ik de wethouder gevraagd om te kijken of er mogelijkheden zijn om meer geld vrij te maken voor brede buurtscholen, zodat er financiële ruimte is voor nieuwe brede buurtscholen.
Ik hoop dat we met dit alles de weg vrij maken naar een Den Haag waarin alle kinderen gelijke kansen hebben in het onderwijs, zodat er over vijftien jaar geen nieuw vervolg meer gemaakt hoeft te worden op de documentaireserie ‘Klassen’.
Mikal Tseggai