De afgelopen weken is het veel gegaan over wat we met het voormalige Hagaziekenhuis gaan doen, ook vandaag hebben we het hier weer over in de gemeenteraad. Er zijn plannen om hier een diverse groep mensen onderdak te bieden; 400 asielzoekers, 40 statushouders en meer dan 100 woningen voor jongeren en studenten. Ook blijft de permanente winteropvang in het gebouw en is er plek gevonden voor 50 dakloze gezinnen. Een plan dat ervoor zorgt dat de meest kwetsbaren in onze stad een plek hebben om zich thuis te voelen. Naar aanleiding van deze plannen is er de afgelopen weken veel discussie geweest, bewoners hebben hun zorgen geuit, zowel op de bewonersavond, als tijdens het inspreken en schriftelijk.
Ten eerste willen wij voorop stellen dat het belangrijk is dat iedereen mee kan denken met zijn buurt en hoe daar beslissingen worden gemaakt. Dat betekent wat ons betreft dat er goed meegekeken en mee gepraat wordt door buurtbewoners over welke extra maatregelen er nodig zijn om het zo soepel mogelijk te laten verlopen. Daarbij stellen wij als PvdA wel dat er in onze stad plek moet zijn. In december besloten wij tot de strategische aankoop van het voormalig Haga-ziekenhuis. En bij die aankoop waren wij heel helder: waar de woningmarkt laat zien dat het bij vrijspel nalaat om voor iedereen te bouwen, moet de overheid instappen. En dat doen wij, door in de tijdelijke invulling plaats te bieden voor die inwoners die geen dak boven het hoofd hebben en in de tussentijd met bewoners en belanghebbenden toe te werken aan woningen waar hopelijk senioren, starters en sociale woningzoekenden een plek weten te vinden. En dat is voor de PvdA het dienen van het algemeen belang, waar wij voor staan en wat wij steunen.
Het Rijk biedt te weinig oplossingen, waardoor de opvang voornamelijk op het bordje van gemeenten is gevallen en het stadsbestuur hiermee extra verantwoordelijk is voor het algemene belang. Een verantwoordelijkheid die we als PvdA zwaar voelen, want niemand zou in ons land op een stoel of in een tent moeten slapen zoals nu in Ter Apel gebeurd. Geen enkel persoon in ons land verdient het om noodgedwongen op straat te moeten slapen. Dit zijn niet alleen mensen die gevlucht zijn voor oorlog en geweld, maar ook jongeren die nog een steuntje in de rug kunnen gebruiken of gezinnen die geen dak boven hun hoofd hebben. Groepen mensen die zelf geen stem in het debat hebben, mensen die niet of amper gehoord worden als het aankomt op waar en hoe zij eigenlijk willen wonen. Je zou je bijna kunnen afvragen waar er met hen geparticipeerd wordt? Er is te veel over deze doelgroep gesproken, maar niet met hen. Er zijn classificaties over deze doelgroepen gebruikt zonder hen te hebben leren kennen. Juist nu is er met het voormalige Haga een kans voor deze mensen om een plekje te krijgen die ze thuis kunnen noemen, van waaruit ze bijvoorbeeld de taal kunnen leren of een baan kunnen vinden. We hebben een verantwoordelijkheid als stad om deze mensen dit te bieden.
Wij weten dat Vogelwijkers een groot hart hebben, er zijn zoveel mooie buurtinitiatieven in de wijk en wij ontvangen vele berichten van organisaties om te ondersteunen in de tijdelijke invulling. Mijn fractie is niet doof voor de gehoorde zorgen vanuit de buurt en wij hebben er vertrouwen in dat het geschetste participatieproces een antwoord geformuleerd kan worden op deze zorgen. Dit vereist wel een eerlijk verhaal: de kaders zijn de kaders, maar er is nog volop ruimte voor de wijze waarop wij dit plan zullen invullen. De afgelopen weken is er te veel een beeld gecreëerd, alsof morgen tientallen volle touringcars de Vogelwijk in rijden, losgelaten worden en de anarchie in en om het gebouw zal overheersen. Niets is minder waar. Een ingroeipad, aparte blokken per doelgroep, voldoende ondersteuning en begeleiding en ruimte voor initiatieven van de buurt voor ondernemers en wijkbewoners.
Wij geloven in de kracht van de buurt en de professionaliteit van de mensen op ons stadhuis en de betrokken organisaties om van dit project een succes te maken. Wij hopen dat de nieuwe buurtbewoners met open armen worden ontvangen, en dat buurtgenoten van elkaar kunnen leren.