Vanmorgen stapte ik in de tram. Achter mij zaten drie tienermeisjes uitgebreid te kletsen over hun ‘zware leven’. Nou deed ik dat ook veel toen ik zestien was, want dan denk je altijd dat je leven zwaar is, maar dit was anders. Ze hadden het over de online lessen waar ze de aandacht er niet bij konden houden, over dat ze het sociale leven misten, dat ze niet meer langs konden bij hun oma, en vooral over de moeizame zoektocht naar bijbaantjes en stageplekken. Eén meisje was het gelukt en ze vertelde enthousiast aan haar vriendinnen dat ze aan de slag kon bij de supermarkt in haar wijk. Ik luisterde het gesprek stiekem mee over hun nul-urencontracten en uurlonen van vier euro. Ik hoorde hoe ze het in deze tijd toch wel moeilijk hadden, maar er wat van proberen te maken. En voorzitter, hoewel ik het meisje natuurlijk niet kende, was ik blij voor haar dat het haar gelukt was. Maar bovenal vond ik het illustratief van wat ik al langere tijd zie in de stad en wat me trots maakt: we proberen er met z’n allen wat van te maken, ook al gaat het in deze tijd soms moeizaam. Ik zie ondernemers creatief zijn, kerken, moskeeën en bewonersinitiatieven mensen in nood helpen en zorgverleners zich het snot voor de ogen werken. Ik zie mensen geld inzamelen voor de zieke beveiliger van het Paard, ik zie de Haagse beppies maaltijden rondbrengen in Transvaal en ik zie sportverenigingen hun stinkende best doen om sporten toch mogelijk te houden. We proberen er met z’n allen wat van te maken.
Voorzitter, wij spreken hier vandaag over andere zaken dan die meisjes in de tram: de begroting van onze stad voor de komende jaren. We staan als lokaal bestuur voor de grote uitdaging om de stad sterker uit deze crisis te krijgen. Voor de mensen die nu aan het werk zijn, maar ook voor die tienermeisjes, voor onze kinderen en jongeren, om ervoor te zorgen dat er door deze crisis geen verloren generatie ontstaat. Ik durf wel te stellen, dit is de belangrijkste begroting in jaren, inclusief een sociaal economisch herstelplan voor de komende tijd. Laat het duidelijk zijn, we zijn als PvdA trots op deze begroting. We investeren in de stad, en bezuinigen niet. We steken meer geld in de woningmarkt, we halen investeringen naar voren en zorgen ervoor dat mensen niet buitenspel komen te staan door deze crisis. We moeten juist nu investeren in wat ons als stad verder brengt in deze moeilijke tijd.
Voorzitter, wij heten niet voor niets de Partij van de Arbeid: werk, werk, werk is voor ons van essentieel belang om ervoor te zorgen dat niemand buitenspel komt te staan door deze crisis. Met het sociaaleconomisch herstelplan dat het college heeft gepresenteerd, doen we er alles aan om mensen aan het werk te houden: met investeringen in de woningbouw, duurzaamheid, ov en met beleid om de werkgelegenheidsaanpak verder te versterken en een grote focus op jongeren. Er mag geen verloren generatie ontstaan. En we moeten voorkomen dat mensen in de schulden komen en daar straks niet meer uit kunnen komen.
Geld in de economie steken, prima, maar het is voor de PvdA van groot belang dat het ons economische beleid, nu meer dan ooit, banen oplevert. De PvdA-fractie is zeer content met alle goede plannen om investeringen in de stad vol te houden en waar mogelijk te versnellen. Investeringen in bouw, de aanleg van zonnepanelen, geveltuinen, groene daken, het opknappen van woningen levert een mooie stad op, en banen. Mijn oproep aan het stadsbestuur: zorg bij al die investeringen voor social return. En kijk hoe investeringen werk opleveren. We weten van heel recent dat banenplannen werken. Werkgevers en gemeente samen kunnen zo veel voor elkaar boksen. Mijn concrete vraag is: is het college bereid de voornemens om te zetten in een kwantitatieve ambitie voor een aantal banen. Ik daag het college dan ook graag vanaf deze plek uit om van het sociaal economische herstelplan een vertaalslag te maken naar een banenplan! Graag een reactie op deze uitdaging van het college.
In het specifiek verdienen mensen in de ‘kaartenbak’ de aandacht van dit college. Het vorige college startte met de 500 plus aanpak en dit college deed er een schep bovenop. Maar hoe zorgen we ervoor dat juist mensen die een langere weg hebben af te leggen ook mee kunnen doen in deze moeilijke tijd? Accepteren we dat mensen niet altijd 100 procent mee kunnen, maar wel waardevol zijn? Bijvoorbeeld met werk in hun eigen wijk. Ons voorstel: breng de buurtbeheerbedrijven terug. Is het college bereid dit te onderzoeken? En is het college bereid de servicepunten arbeid uit te breiden om lokale werkgelegenheid te koppelen aan mensen op zoek naar werk? Graag een reactie.
En we doen graag nog een voorstel: middelgrote evenementen zijn van belang voor ontmoeting in de wijken, creëren reuring in de stad en zorgen voor een belangrijke bijdrage aan de economie in de wijk. Wij dienen daarom een motie in om te onderzoeken hoe deze middelgrote evenementen ontzien kunnen worden bij de bezuinigingen op het economisch beleid.
En dan toch ook een kritische noot. Bij de vernieuwing van het economisch beleid moeten we natuurlijk inzetten op innovatie. Maar niet de fout maken de economie daar te versterken waar deze al krachtig is. De PvdA ziet in het herstelprogramma weer clustervorming en innovatieprogramma’s terugkomen. Maak nu niet weer de fout dat we blijven hangen in vage stimulansen. Maak concreet wat we in termen van banen willen bereiken. Het is gewoon niet zo dat een hoogopgeleide baan en praktische baan met zich mee brengt. U kent de studies (zoals PBL). De zwakte van de Haagse economie zit in het gebrek aan banen voor praktisch en middelbaar opgeleiden. Daar moet alle energie in. Duurzaamheid, zorg, bouw, openbare ruimte, onderwijs, bieden hier prachtige kansen voor.
Voorzitter, we hadden al een probleem met de tweedeling en de verschillen in de stad voor deze crisis. We moeten ervoor zorgen dat we niet meer tweedeling en ongelijkheid creëren door stil te zitten in deze crisis. Voorzitter, de gezondheidsverschillen in deze stad zijn ernstig. Meisjes die de afgelopen jaren in Transvaal of de Schilderswijk geboren werden, hebben slechts een levensverwachting van 48 gezonde jaren. Voor mannen is dat 52. Ter vergelijking: baby’s die de afgelopen jaren in Benoordenhout werden geboren hebben een gezonde levensverwachting van 65 jaar. Die cijfers zijn schokkend voorzitter, maar deze cijfers zijn van vóór deze coronacrisis. Ik wil het college dan ook vragen, hoe gaan we ervoor zorgen dat het coronavirus de gezondheidsverschillen in de stad niet nog groter maakt? De besmettingscijfers per stadsdeel baren ons namelijk grote zorgen. Hoe staat het met de uitvoering van de Haagse decenniumdoelen? Wanneer komt het college met de langverwachte preventienota en de aanpak gezondheidsverschillen? Komt er weer een gezondheidsmonitor? Ik zou de wethouder Volksgezondheid graag willen vragen om hierop te reageren. Het is voor het tegengaan van gezondheidsverschillen ook van belang dat we goede zorg toegankelijk en dichtbij houden. Het abonnementstarief voor de WMO is de PvdA daarbij een doorn in het oog.
Voorzitter, deze tijd is niet alleen voor ons volwassenen moeilijk, maar ook voor jongeren en kinderen. Ook hier zagen we voor de crisis al dat kinderen in sommige wijken het moeilijker hadden dan in andere wijken. Er was altijd al veel ongelijkheid in bijvoorbeeld het onderwijs, kinderen op het veen krijgen gemiddeld schooladvies van een niveau lager dan kinderen op het zand met dezelfde intelligentie. We zijn dan ook blij om te zien dat het college in het sociaal economisch herstelplan hard inzet op het tegengaan van onderwijsachterstanden. Dat is hard nodig. Maar de PvdA is ook kritisch. Bijvoorbeeld op het voornemen om de ouderbijdrage niet meer vanuit de Ooievaarspas te vergoeden. Op 1 januari 2021 gaat de nieuwe wet op de ouderbijdrage in, die tegengaat dat scholen ouders dwingen om toch die vrijwillige ouderbijdrage te betalen. Dat is mooi, maar het college wil met het ingaan van die wet meteen de ouderbijdrage uit de ooievaarspas halen. Dat is voor de PvdA te snel: we weten nog niet hoe goed het nieuwe systeem gaat werken. Om te voorkomen dat er in de begintijd van die wet problemen ontstaan, zouden we graag zien dat het college een overbrugging verzint. Daarmee voorkomen dat ouders die toch gedwongen worden om de ouderbijdrage te betalen in de knel komen en dat scholen met veel kinderen uit minimagezinnen veel geld mislopen. Voor sommige scholen betekent de ouderbijdrage het verschil tussen wel of geen schoolreisje kunnen organiseren. Het mag niet zo zijn dat kinderen in armere delen van de stad straks niet meer op schoolreisje kunnen omdat hun ouders geen ouderbijdrage kunnen betalen en de gemeente niet meer bijspringt.
Voorzitter, ik rond af. We zetten goede en belangrijke stappen met deze begroting en het herstelplan. In februari deed ik over de vorige begroting een verhaal. Ik begon mijn verhaal toen – in een totaal andere werkelijkheid – met te zeggen dat het onze taak is om deze stad vooruit te helpen en iedere dag een beetje beter te maken dan dat ie nu is. Daarmee wil ik vandaag graag eindigen. Want laten we dat allemaal, juist nu, niet vergeten en blijven knokken om ervoor te zorgen dat we aan het einde van de crisis kunnen zeggen: we zijn er sterker en socialer uitgekomen. Voor de meisjes in de tram en de generaties na de onze.