Deze week is in de gemeenteraad gedebatteerd over het Werkoffensief 500+. De Haagse PvdA is blij dat het college er werk van maakt om zoveel mogelijk mensen in de stad de kans te bieden om aan de slag te kunnen gaan. De aanpak van werkloosheid wordt serieus genomen en Hagenaars worden op weg geholpen naar een baan. Eerder zette wethouder Baldewsingh al grote stappen om de werkloosheid terug te dringen en mensen weer kansen te bieden, nu wordt dit beleid voortgezet. De PvdA staat er dan wel pal voor om het beleid goed en eerlijk uit te voeren, met oog voor de mensen zelf.
In Den Haag is de werkloosheid nog steeds te hoog. Met name onder jongeren, ouderen en mensen met een kwetsbare arbeidspositie zijn er veel mensen die weinig zicht hebben op een werkende toekomst. Een baan betekent veel meer dan een loonstrookje: je komt de deur uit, hebt contact met je collega’s en je draagt bij aan de samenleving. Toch zijn er nog te veel mensen in de stad die geen werk kunnen vinden, of afhankelijk zijn van een slecht betaalde en onzekere baan.
Dit werkoffensief heeft als doel meer mensen vanuit de bijstand uitzicht te bieden op werk. Daarvoor stelt het college drie actielijnen op, waarbij het college zich baseert op een aantal uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt stelt dat iedereen werkfit moet worden of worden gemaakt. Het vorige college heeft zich vooral ingezet om mensen die net werkloos waren geworden snel weer aan het werk te helpen, waardoor we nu eigenlijk zijn aanbeland bij het zogeheten ‘granieten bestand’ van mensen die al langere tijd werkloos zijn. De vraag die mij na het lezen van de aanpak dan ook rest is: hoe weet het college dat al deze mensen werkfit te maken zijn, als ze nog niet goed in beeld zijn? En hoe weet het college of werkgevers bereid zijn deze mensen in dienst te nemen en wat voor werknemers bedrijven nodig hebben? Volgens de PvdA moet iedereen meetellen en kansen krijgen in onze stad. In dit huidige plan mist de PvdA een gedegen analyse van waar deze mensen tegen aanlopen op de arbeidsmarkt of waar werkgevers behoefte aan hebben.
Verder wil het college een integrale aanpak hanteren waarin ‘de mens centraal staat en niet het systeem’. Dat is natuurlijk hartstikke goed, dat lijkt ons een mooi ideaal. Toch is de PvdA bang dat een aantal groepen die eerder een specifieke aanpak kregen hierdoor tussen wal en schip vallen: wij zien in het plan bijvoorbeeld geen aanpak meer terugkomen voor jeugdwerkloosheid, de aanpak van ouderenwerkloosheid is wat mager en ook de aanpak om statushouders aan het werk te helpen is verdwenen. Terwijl zo’n specifieke aanpak essentieel is om effectief mensen in onze stad te ondersteunen om een toekomst op te bouwen.
Tot slot maakt de PvdA zich zorgen over het punt van wederkerigheid. Zeker. Als de gemeente haar best doet om iemand die op zoek is naar werk te ondersteunen, dan mag je van diegene ook verwachten dat zij of hij zich inzet. Dat noemen we wederkerigheid. Het Werkoffensief is echter wel erg vaag wat die wederkerigheid precies moet inhouden: wanneer is iemand niet wederkerig en wanneer heeft dat welke consequenties? Wat is de rol van vrijwilligerswerk hierin? Moeten mensen dat verplicht gaan doen als tegenprestatie en zo ja, is er dan geen sprake van verdringing op de arbeidsmarkt? En het belangrijkste: wordt de bijstandsuitkering dusdanig afgepakt dat mensen onder het bestaansminimum zakken? Dat mag nooit de bedoeling zijn, en daar zal de PvdA zich tegen verzetten.
De PvdA is in eerste instantie blij met dit werkoffensief, maar plaatst kanttekeningen bij de uitvoering daarvan. Het lijkt ons belangrijk dat iedereen in Den Haag zeker kan zijn van de juiste begeleiding op weg naar een baan. Dit moet echter niet tegelijkertijd belemmeringen opwerpen voor hen die maar wat graag mee willen doen.