Anderhalve week geleden, zaterdag 7 december in de ochtend, was ik vroeg wakker. Waar je je normaal gesproken nog eens omdraait, zat ik rechtop in bed. Een immense doffe knal. Een explosie dichtbij. Niet veel later aanhoudende sirenes. Steeds opnieuw. Een explosie die – zo bleek later – zes mensen uit het leven rukte, voor negentien huishoudens het leven voorgoed veranderde en voor vele, vele omwonenden een niet uitwisbaar litteken achterliet. In mijn eigen wijk, Mariahoeve. Zo dichtbij.
Om een uur of zeven – ik was de deur even uitgegaan – stond ik op afstand te kijken naar de grote vlammenzee en kon ik zien hoe ongelooflijk professioneel de hulpverlening aan de slag was om te redden, te blussen en zorg te verlenen. De krater loog er niet om. De uren en dagen die volgden, stonden in het teken van redden, zorg en nazorg. Bewonersbijeenkomsten, individuele hulp voor slachtoffers en omwonenden. Zo professioneel. Zo volledig. Zo nabij.
En een immense warmte vanuit de wijk zelf en uit de hele stad. Woningcorporaties die klaar stonden met noodwoningen. De stichting Lichtpuntjes van Mariahoeve die spullen inzamelden en een prachtig bedrag bij elkaar wist te crowdfunden. De mensen van Welzijn / Wijz die het wijkcentrum ter beschikking stelden. De kerken die hun deuren openden en hulp aanboden. De mensen van slachtofferhulp die met raad en daad mensen bij staan, nu en de komende tijd.
Je ziet het pas als het er echt toe doet. Mensen die voor elkaar door het vuur gaan. Letterlijk. Want wat hebben onze brandweerlieden en de bergingsteams een heldendaad verricht. En figuurlijk. Bewoners die voor een ander zorgden; en niet los lieten. Nog altijd niet. Het heeft me diep geraakt.
In onze stad, waar mensen drifig, gehaast langs elkaar heen leven. Waar je elkaar niet hoeft te ontmoeten of aan te spreken. Waar je anoniem kunt blijven. Je eigen leven kunt leiden. Waar samen echt niet vanzelfsprekend is. Onze stad liet zich – hoe afschuwelijk de aanleiding ook is – na de knal van zijn beste kant zien. Een stad van mededogen, van solidariteit. Er voor elkaar zijn.
Hopelijk nemen we dat gevoel uit de Tarwekamp-ramp, mee naar volgend jaar. 2025 staat te trappelen. Intolerantie, politiek gekrakeel, individualisme, vreemdelingenhaat, oorlog, geweld. Voor je het weet, vervallen we in oude patronen volgend jaar.
We kunnen er ook voor kiezen elkaar vast te houden. Uit te gaan van het goede. Het mededogen als het er echt op aan komt. Of dat nu is met een vluchteling? Of met de starter op de woningmarkt? De arbeidsmigrant die fatsoenlijk werk wil? Het gezin in armoede dat de weg naar onze voorzieningen nog niet weet te vinden, of uit schaamte voor een schuld niet aanklopt?
Ik kijk uit naar een volgend jaar, waar solidariteit bovenaan staat. We de verbinding durven aan te gaan. En polarisatie even parkeren. Ik snak er naar.
Ik wens je heel fijne feestdagen. Met veel warmte, familie, je geliefden dichtbij. En laten we ons voorbereiden op een 2025 dat past bij onze mooie sociaal-democratische waarden.
Midden in de winter, is in de dagen zonder zonlicht, een roos opgekomen.
Fijne kerst & en een gelukkig nieuw jaar!
Martijn