Deze week opnieuw alarmerende berichten over de torenhoge huren in Nederland en in het bijzonder in de grote steden. Den Haag staat samen met Amsterdam en Rotterdam in de top 10 duurste huursteden van Europa. En dat is een twijfelachtige eer.
Onze inwoners kunnen nauwelijks iets betaalbaars vinden bij baanverlies, als starter, of als je kleiner wilt wonen. In de vrije huursector geldt het recht van de sterkste, wat de gek ervoor geeft. Een koopwoning is voor velen al helemaal niet meer weggelegd, op een sociale huurwoning moet je lang wachten en mag je niet te veel voor verdienen.
Lang konden verhuurders helemaal hun gang gaan. Bewoners selecteren op hun draagkracht uit alle inkomensgroepen (een hoog inkomen ging voor op een middeninkomen). Lang kwamen huisbazen weg met weinig waar voor het geld van de huurder: slecht onderhoud, te veel mensen in een pand, intimidatie of soms zelfs levensgevaarlijke leefomstandigheden.
In Den Haag hebben we dit slecht verhuurderschap, waar de schaarste en de ongereguleerde huurprijzen de grondoorzaak voor zijn, al enige tijd hoog op de agenda staan. We zorgden voor een stevige pandbrigade, met bevoegdheden. We startten een huurbalie om onze huurders te ondersteunen. We zorgden voor spelregels om kamerbewoning te voorkomen, waar dit slechts een verdienmodel is, en toe te staan daar waar het kan qua leefbaarheid en op een fatsoenlijke manier. We wijzen huizen toe aan middeninkomens, zodat zij geen concurrentie ervaren van hogere inkomensgroepen.
De rijksoverheid kwam met wetgeving, op advies van de stad Den Haag, om slecht verhuurderschap gemeentelijk te kunnen aanpakken. Niet alleen kunnen mensen naar de huurcommissie, maar bestuursrechtelijk kunnen onze inwoners op de gemeente regelen: boetes bij het ontbreken van een huurcontract, bij discriminatie, bij gevaarlijke omstandigheden. Mogelijkheden om verhuurderschap in ernstige situaties zelfs te beëindigen.
Er kwam opkoopbescherming – ook op advies van de gemeente Den Haag – waardoor panden niet als zoete broodjes over de toonbank van beleggers gingen. Voormalige koopwoningen, om duur en verknipt door te verhuren. Het kan niet meer in onze stad. En gelukkig maar, want speculatie en prijsopdrijving was het gevolg. Nu staan woningen weer te koop als betaalbare koopwoning, voor een huishouden dat zich wil binden aan de wijk, aan onze stad.
Maar het sluitstuk, is toch echt de huurprijs. Nog altijd zijn huurprijzen ongeclausuleerd in de vrije sector. Het maakt dat 2200 euro voor een tweekamerappartementje in Transvaal of ReVa, geen verrassing is. In een stad met veel particuliere huur, betekent dit nogal wat voor de toegankelijkheid van de woningvoorraad. Dit kan niet langer. Mensen kunnen het niet opbrengen. Een kleine groep investeerders, beleggers, profiteert over de rug van zoveel woningzoekenden.
Het uur van de waarheid nadert. De komende weken gaan we zien of de betaalbaarheid van het wonen ook echt politiek op het vizier staat. De Tweede Kamer zal op korte termijn besluiten over de Wet betaalbare huur, die maxima moet stellen aan de vrije sectorhuren.
Met mogelijk een nieuw kabinet in aantocht is alles onzeker. Een ding is zeker, zonder maximale huurprijzen, zullen veel van onze inwoners heel onzekere tijden tegemoet gaan. Met maximale huurprijzen kunnen zo’n 20.000 Haagse huurwoningen weer betaalbaar worden.
Vanuit de gemeente Den Haag is de inzet helder. Betaalbaar wonen is een grondrecht. Hopelijk is de Tweede Kamer zich voldoende doordrongen van dit grondrecht en kunnen we binnenkort veel woningzoekenden in onze stad weer enige lucht geven. Met fatsoenlijke, betaalbare Haagse huurprijzen.