Samir blogt: Taalonderwijs in Den Haag – Kansen en Uitdagingen

Taal is veel meer dan een manier om met elkaar te communiceren. Het opent deuren naar werk, opleiding en sociale contacten. Voor een stad als Den Haag, waar zoveel verschillende culturen samenkomen, is goed taalonderwijs essentieel. Gelukkig laat de tussenevaluatie van het Actieplan Taal zien dat er stappen worden gezet. Maar er blijven knelpunten die onze aandacht vragen.

Wachttijden voor taallessen blijven een obstakel
Een van de grootste uitdagingen zijn de wachttijden voor taallessen. In Den Haag variëren die van enkele weken tot een paar maanden, afhankelijk van het traject en de doelgroep. Hoewel dat in vergelijking met andere steden niet uitzonderlijk is, kan het voor nieuwkomers een grote belemmering zijn. Zij willen graag integreren en hun plek vinden, maar zonder de taal is dat lastig. Wat kunnen we hieraan doen? In Utrecht combineren ze taalonderwijs met werk via projecten zoals U-match. Zo leren mensen niet alleen de taal, maar krijgen ze ook direct de kans om mee te doen. Zulke innovatieve oplossingen zouden in Den Haag ook kunnen werken. Het lijkt me goed als de gemeente onderzoekt hoe we dit soort trajecten hier kunnen opzetten.

Het belang van taallessen voor gezinnen
Ook bij gezinnen liggen kansen. Ouders die beter Nederlands spreken, kunnen hun kinderen beter ondersteunen, bijvoorbeeld bij school. Initiatieven waarbij taallessen worden gecombineerd met kinderopvang zijn daarom belangrijk. Maar in Den Haag blijkt het lastig om dit verder op te schalen. Dat is zonde, want deze aanpak kan veel betekenen, zeker voor gezinnen die worstelen met taalachterstanden. Met extra middelen en een betere samenwerking tussen scholen, bibliotheken en kinderopvanglocaties kan dit type taalonderwijs toegankelijker worden. Het is belangrijk dat de gemeente blijft zoeken naar manieren om meer ouders te bereiken.

Werkgevers kunnen meer doen
Een ander punt waar nog winst te behalen is, zijn de taaltrajecten via werkgevers. Initiatieven zoals “Taal op de Werkvloer” zijn een goede start, maar het kan ambitieuzer. In Eindhoven financiert een bedrijf als ASML taallessen voor werknemers. Waarom zouden we in Den Haag niet iets vergelijkbaars doen? Zeker in sectoren zoals de zorg en het onderwijs, waar grote tekorten zijn, liggen hier kansen. Veel nieuwkomers hebben de kwalificaties, maar missen de taalvaardigheid. Dat is zonde, voor henzelf én voor de stad. De gemeente zou samen met werkgevers en sectororganisaties kunnen kijken hoe we meer mensen met een taalachterstand kunnen helpen. Bijvoorbeeld door campagnes te starten en bedrijven actief te betrekken bij het organiseren en financieren van taalonderwijs.

Blijven investeren in taal
Taalonderwijs is geen luxe; het is een basisvoorwaarde om mee te doen in de samenleving. Den Haag heeft al veel initiatieven, maar er is nog werk te doen om wachttijden te verkorten, ouders beter te ondersteunen en werkgevers actiever te betrekken. Het zijn concrete stappen die we nu kunnen zetten, zodat meer mensen de kans krijgen om zich verder te ontwikkelen.