Het kan zijn dat je de afgelopen week in de media veel hebt gehoord over het spoeddebat op woensdag over de spreidingswet. Dit was een debat dat Hart voor Den Haag uitriep. De mening van onze fractie was dat er geen nood was voor een spoeddebat. Zeker omdat we de dag erna een commissiedebat over Haagse Nieuwkomers op de agenda stond waar we op een gedegen en zorgvuldige manier met elkaar in gesprek konden gaan, in plaats van overhaast tijdens de spoedraad. Daarom hebben wij woensdag onze inbreng kort gehouden. Natuurlijk vinden wij het onderwerp wel belangrijk, en delen we daarom hier beneden Samir’s inbreng tijdens het commissiedebat op donderdag:
“Voor de PvdA staat voorop dat we in de stad van Vrede en Recht moeten streven naar een humane opvang van mensen in nood en dat we moeten blijven bouwen aan een stad waarin iedereen op een fijne manier kan wonen, werken en verblijven.
Mijn fractie is daarom blij met deze nieuwe aanpak. Het stuk straalt ambitie uit met betrekking tot een duurzame opvang, waardoor we nieuwkomers niet alleen een tijdelijke plek geven, maar ze binden aan de stad.We weten uit de persoonlijke verhalen over de opvang in Kijkduin hoe vervelend het is voor nieuwkomers is zelf als je constant met de bus van tijdelijke naar tijdelijke plek gereden wordt. Mijn fractie juicht daarom ook de spreidingswet toe, omdat gemeenten daarmee niet alleen om hun verantwoordelijkheid heen kunnen, maar ook stabiliteit kunnen bieden voor mensen die geen dak boven het hoofd hebben. Wat betreft de duurzame opvang wel nog enkele vragen vanuit mijn fractie:
- Het college zet nu in op opvang met perspectief op wonen. Betekent dat dat nieuwkomers eigenlijk zoveel mogelijk in woningen zullen worden ondergebracht en hoe verhoudt deze ambitie zich tot bijvoorbeeld de diverse gebiedsontwikkelingen, maar ook extra mogelijkheden voor tijdelijke huisvesting zoals het college in Laakhavens van plan is? Hoe staat het overigens met de uitvoering van dit plan?
- Onlangs ben ik op bezoek geweest bij het Rode Kruis en zij geven aan juist kleinschalige opvanglocaties als mogelijkheid te zien om draagvlak te behouden onder bewoners. Uit onderzoek blijkt immers dat weten we ook dat het in nabijheid wonen van opvanglocaties zorgt voor meer begrip en een positievere houding ten overstaan van nieuwkomers. Welke kansen ziet het college hiervoor?
- In het debat van gister heeft het college aangegeven in oktober te komen met een uitwerking van de opvang van diverse doelgroepen in de regio. Kan het college aangeven wat daarbij de inzet van Den Haag is en hoe ook de spreiding van arbeidsmigranten in de regio hierin wordt meegenomen?
Dan een paar woorden over de toegang tot voorzieningen. Het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen heeft ook op mijn fractie indruk gemaakt. Een toename van de bevolking heeft zal altijd gevolgen hebben voor de druk op voorzieningen en daar moeten wij op blijven anticiperen. Tegelijkertijd kan onze stad veel aan, en hebben we bij bijvoorbeeld de opvang in Kijkduin of de opvang van Oekrainers de Haagse solidariteit in Den Haag in actie gezien. Wat ons betreft zou het rapport van de Staatscommissie dan ook vooral geïnterpreteerd moeten worden als een oproep om nieuwkomers zoveel mogelijk over de stad te verdelen en niet op specifieke locaties of in specifieke wijken te concentreren. Dit zodat er ook rekening wordt gehouden met waar voorzieningen nu al onder druk staan, en in te zetten op plekken waar het brede welvaartsniveau juist hoog is. Hoe gaat het college met oog voor de brede welvaart in onze wijken maatwerk toepassen voor wat betreft de spreiding van nieuwkomers over de stad?
Dan de arbeidsdeelname van nieuwkomers. Mijn fractie begrijpt dat het college zich moet houden aan landelijke regels wat werk voor asielzoekers betreft. Maar wat zijn de mogelijkheden voor vrijwilligerswerk? Kunnen nieuwkomers daar al wel in deelnemen? Zo niet, wat zijn daar de knelpunten? Wat mijn fractie betreft moedigen we mensen aan zo snel mogelijk in de samenleving te gaan participeren, omdat dat goed is voor de inburgering en de eigenwaarde van nieuwkomers. Graag een reflectie daarom op in ieder geval het vrijwilligerswerk.
Tot slot wil mijn fractie graag ook aandacht vragen voor ongedocumenteerde bewoners van onze stad. Zij zijn de grote blinde vlek in het migratiedebat. Maar ze zijn er wel, in Den Haag zo’n 3.500 naar schatting. En er wordt goed aan hen verdiend, door huisbazen die gebruikmaken van hun kwetsbare positie, door werkgevers die goedkope arbeid inkopen zonder daarbij de rechten die gedocumenteerden hebben te bieden. Mijn fractie heeft begrip voor de ingewikkelde positie van ongedocumenteerden, maar zou toch graag zien dat we er alles aan doen om ook hen te beschermen. Kan het college iets zeggen over hoe zij naar deze groep kijkt?
Tot zover.”