Door op 11 maart 2014

Actieplan ‘Beter wonen, beter bouwen’

Gemengde wijken zijn leefbare wijken. Wijken waar mensen een beter leven voor zich zien, wijken waar jong en oud, arm en rijk, hoog- en laagopgeleid prettig met elkaar wonen. Die menging staat onder druk omdat de rechtse partijen het mes willen zetten in de sociale woningvoorraad. Wij kiezen voor een ongedeelde stad, de rechtse partijen kiezen voor tweedeling.

De PvdA wil dat iedereen betaalbaar kan wonen. Betaalbaar wonen betekent ook beter wonen. Duurzamer en energiezuinig, zodat de woonlasten omlaag gaan. Beter wonen betekent ook beter bouwen, gericht op de woonwensen van jongeren, gezinnen en ouderen in plaats van de portemonnee van projectontwikkelaars.

De crisis begint achter ons te liggen, de woningmarkt herstelt voorzichtig. Het is van belang dat de doorstroom op gang komt. Dat er voor zowel lagere als hogere inkomens kwalitatief goede woonruimte beschikbaar is. De PvdA maakt zich hier hard voor. Maar dit kan niet alleen vanuit het Rijk. Woningcorporaties en gemeenten zijn aan zet om te zorgen voor voldoende betaalbare woningen. Dat vraagt om afspraken tussen woningcorporaties en de overheid, zowel landelijk als lokaal. Een sociale insteek op betaalbaar en goed wonen én bouwen voor iedereen.

De PvdA wil zich daar de komende periode voor inzetten. Daarom spreken we de volgende 10 punten af:

1. Betaalbaar wonen is een recht, ook voor middengroepen
Omdat er in veel grote steden een tekort is aan betaalbare woningen, betaal je al gauw 1000 euro per maand voor een woning in de vrije sector. Dat is voor het gemiddelde gezin met een netto maandinkomen tot 2200 euro echt onbetaalbaar. Daarom vindt de PvdA dat ook middeninkomens recht hebben op een betaalbare sociale huurwoning.

2. Grens aan de woonlasten
De totale woonlasten voor een nieuwe woning in de sociale huursector (huur en energiekosten samen) mogen per maand niet boven de liberalisatiegrens uitkomen. Corporaties kunnen daar zorg voor dragen als ze ervoor kiezen om efficiënter te bouwen en te werken.

3. Sociale grondprijs
De grondprijs bepaalt soms tot de helft van de totale kosten voor nieuwbouw. Gemeenten zullen via sociale grondprijs ervoor zorgen dat voor lagere inkomens koop- en huurwoningen betaalbaar blijven, ook in populaire dorpen en wijken.

4. Zo laag mogelijke bouwleges
Gemeenten controleren nu bijna alle bouwplannen vooraf, op tekening. Dat geldt ook voor dakkapellen, carports en standaardgebouwde appartementen. Door de kwaliteitseisen voor veelvoorkomende bouwwerkzaamheden voor heel Nederland te standaardiseren, kan worden volstaan met een lichte controle achteraf. Hierdoor kunnen de vergunningskosten voor standaard bouwwerkzaamheden (80% van de bouwomzet) flink worden verlaagd.

5. Energieneutraal bouwen als de norm
Gemeenten staan in bouwafspraken met corporaties en bij het ontwikkelen van nieuwe woonwijken alleen nog energieneutrale woningen toe. Energieneutraal moet ook gelden bij renovatie van bestaande complexen. Dit drukt toekomstige woonlasten voor huurders en het is goed voor het milieu.

6. Lokaal maatwerk bij hoge huurlasten
De huurtoeslag waarborgt de betaalbaarheid van wonen. Het budget hier is niet onuitputtelijk, ondanks de toename met een miljard euro tot 2018. Gemeentelijk maatwerk bij woningtoewijzing kan voorkomen dat verhuurders huurtoeslagontvangers met opzet in te dure woningen plaatsen. Corporaties moeten meer rekening houden met de draagkracht van de huurder. Een (tijdelijke) huurverlaging bij tijdelijke inkomensdaling of het verhuizen naar een goedkopere, maar passende woning bij structurele inkomensdaling zijn manieren om huurders te helpen hun woonlasten te verminderen.

7. Bevorderen van doorstroming
Om starters een kans te geven op de woningmarkt kunnen ‘doorstroomcontracten’ helpen. Bij doorstroomcontracten wordt na 5 jaar bekeken of de huurder nog tot de doelgroep voor sociale huur behoort. Zo ja, dan wordt het huurcontract met 5 jaar verlengd. Zo nee, dan krijgt de huurder een huurwoning uit de vrije sector aangeboden, zodat de sociale huurwoning weer vrijkomt voor de doelgroep. Oudere huurders die graag kleiner willen wonen moeten een woonlastengarantie krijgen, zodat zij zonder angst voor een hogere huur kunnen doorstromen naar een passende (kleinere) woning. Zo komen er grotere woningen vrij voor gezinnen.

8. Voldoende betaalbare sociale huurwoningen voor de doelgroep
Gemeenten sturen met corporaties en verhuurders in gezamenlijke prestatieafspraken op een voldoende betaalbaar aanbod van sociale huurwoningen voor de doelgroep. Verkoop van sociale huurwoningen kan dan alleen als het aanbod groter is dan de omvang van de doelgroep. Corporaties krijgen vanuit de gemeente de opdracht om rekening te houden met de draagkracht van de huurder. De Donnerpunten, extra woonpunten in schaarstegebieden, moeten verdwijnen.

9. Meer middensegment in de vrije huursector
Alle huurwoningen in de vrije sector die de komende 5 jaar worden gebouwd, blijven voor altijd in de vrije sector, ongeacht de ontwikkeling van de WOZ-waarde. Dat geeft investeerders meer zekerheid op hun investering. Lokaal worden beleggers uitgedaagd om meer te gaan bouwen en krijgt het prioriteit in de bouwopgave. Zo komen er eindelijk woningen waarnaar hogere inkomens, die nu sociaal huren, kunnen doorstromen.

10. Aandacht voor ouderenhuisvesting
Het liefst wordt iedereen in zijn eigen vertrouwde omgeving oud. Om dat mogelijk te maken moet een flink aantal bestaande woningen met voorrang worden aangepast, zodat ouderen daadwerkelijk langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Om dit zo efficiënt mogelijk te regelen pleit de PvdA ervoor om alle financiering vanuit gemeenten, corporaties en verzekeraars die hiermee samenhangt, te bundelen in één budget.