Bouwen voor de stad en voor de mensen

14 maart 2019

Inbreng van Martijn over de Woonagenda tijdens de gemeenteraad (14/03/2019)

Wie bouwt? Wibaut! Het was de gevleugelde term in Amsterdam. Zo’n uitspraak gaat over wethouderssocialisme. Bouwen voor de stad, voor de mensen. En in Den Haag hadden we ook zo’n traditie. Wethouders die bouwden, de stad vernieuwden en deden wat marktpartijen niet zelf zouden doen: betaalbaar bouwen. Bouwen voor elk inkomen.

Tot voor kort. De PvdA was in de vorige periode al zeer kritisch over het bouwvolume. Samen met de VVD trokken we op om de bouwproductie te verhogen. En dat lukte, de bouwproductie werd vergroot. We zijn blij dat ook dit stadsbestuur de noodzaak van voldoende bouwen erkent.

Maar het bouwen voor de stad. Het bouwen voor mensen met een gewoon inkomen. Dat principe is verlaten. De markt moet het doen en de gemeente staat erbij, kijkt toe en verliest meestal. De realisaties en prognoses bewijzen: er is en er wordt nauwelijks meer gebouwd voor mensen met een gewoon inkomen. Prijzen stijgen. Woningen worden in rap tempo volstrekt onbetaalbaar.

Voorzitter, als je wilt zorgen dat starters ergens kunnen wonen. Onze ouderen uit een portiekwoning boven, naar beneden kunnen. Als je betaalbare huizen wilt bouwen voor mensen met een modaal inkomen – verreweg de grootste groep in Den Haag – dan moet je sturen. Via bestemmingsplannen, met geld, door regels te stellen aan huurprijzen en fatsoenlijk verhuurderschap, mogelijkheden tot woning-handel beperken, bizarre rendementen afromen. Ga zo maar door. De markt beteugelen.

In Amsterdam zijn ze na een periode vrije markt met desastreuze effecten voor mensen met een gewoon inkomen tot inkeer gekomen. De markt doet het niet. Die verdeelt en sluit uit. Dus daar geldt weer ‘Wie Bouwt? Wibaut’. In Den Haag geldt: ‘Wie praat recht wat scheef is? Revis.’

Want voorzitter – in de woonvisie zijn er voor betaalbaar bouwen en betaalbaar houden geen plannen. Wel voorstellen om de markt te behagen, bewoners tegen elkaar op te zetten en mensen met de laagste inkomens te verjagen. Ik heb het over het voorrangsbeleid en de invoering van de Rotterdamwet. Ik zou zeggen aan het college: ‘Schoenmaker, houd je bij je leest’. Bouw, bouw betaalbaar en houd onze huizen betaalbaar.

Want dat kan. De PvdA deed er de afgelopen maanden keer op keer voorstellen toe. Vandaag ook weer. Het verleden heeft het bewezen. Het kan. Als je maar wil.

Voorzitter, de Haagse woningmarkt is een drama. Meer dan 100.000 mensen zoeken actief een sociale woning. Wachttijden, mega. In het middeldure huur segment en betaalbare koop doet de markt zijn werk. Huiseigenaren kunnen vragen wat ze willen voor een klein rot appartementje, want er zijn er genoeg die het willen betalen. Maar zo wordt onze stad echt onbewoonbaar voor mensen met een modaal inkomen. Zij zijn overgeleverd tot de slechtste woningen met de hoogste energielasten, met buren met de meeste problemen.

Voorzitter, als het dit stadsbestuur echt menens is met betaalbaar bouwen voor lage inkomens en voor middeninkomens, dan moet er worden gestuurd. Dan leg je vast in bestemmingsplannen: 30 procent sociaal, 20 procent middelduur, 25 procent betaalbare koop.

Voorzitter, laten we de weg naar tijdelijke sociale huur niet inslaan en onze woningcorporaties laten doen waar ze goed in zijn: bouwen voor mensen met beperkte middelen. Niet weggeven aan marktpartijen, want dan wordt het duur.

Laten we de weg naar tijdelijke middeldure huur niet inslaan en middeldure huurwoningen permanent middelduur maken. Zonder een slot op de deur zijn de wolkenkrabbers rond de stations in no-time torenhoog in prijs.

En voorzitter, plannen en werkelijkheid voor betaalbaar bouwen, liepen de laatste tijd vaker uiteen (5 procent en 2 procent sociale woningbouw). Maar de raad moet dit college wel goed kunnen controleren waar het de bouw van betaalbare huizen betreft. Elk kwartaal willen we graag inzicht in bouwproductie en besteding van middelen.

En lukt het nu onverhoopt niet? Compenseer dan. Ik dien daar bij het debat over de prestatieafspraken met de woningcorporaties nog een motie over in.

Iedereen die veel in de stad loopt – zoals wij hier allen met elkaar doen – hoort de verhalen. Verhalen van misstanden door huisbazen. Bizarre huurprijzen voor een hokje. De huur een jaar vooruit betalen. Beleggers die hele straten opkopen om woningen te verhandelen. We hebben ons verdiept in de raad in het fenomeen buy to let.

Partijen deden voorstellen: niet uitponden, prijsregulering, kettingbeding, zelfbewoningsplicht, verhuurvergunning. Het kan allemaal niet op de steun rekenen van het stadsbestuur. Misschien later. U weet wij hebben een initiatiefvoorstel ingediend om via een verhuurvergunning in elk geval basale fatsoensnormen te kunnen handhaven. We komen daar later over te spreken.

Voorzitter, wij moeten onze huurders, onze bewoners, beschermen tegen de vrije markt en misstanden. Gigantische misstanden ontstaan als je prijzen en woonkwaliteit dereguleert. Voor nu houden we het op een voorstel om de positie van huurders in de particuliere huursector te versterken. Wie kan daar tegen zijn, zou ik zeggen.

Voorzitter, voor ik tot een slot kom. Onze stad is traditioneel verdeeld tussen zand en veen. Het college wil niet nieuw bouwen op het zand, maar alleen op het veen. Een deel wordt duur (Centrum) en een deel gemengd (Binckhorst en Escamp).

Voorzitter, het gaat fout als we geen betaalbare woningen bouwen in de betere Haagse buurten. Je zou zeggen: die les hebben we nu toch wel geleerd in de afgelopen decennia? Maar wat doet het college: ze segregeert juist. Ze mengt alleen waar het slecht gaat, niet waar het goed gaat.

Het gaat fout als we splitsen van woningen niet alleen een halt toe roepen in buurten waar het moet omwille van de leefbaarheid, maar ook in wijken waar het soms prima en op een nette manier kan: bijvoorbeeld in Benoordenhout en het Statenkwartier. Drie gezinswoningen maken uit een villa, bijvoorbeeld. Hier moeten we op zijn minst nog uitgebreider over spreken in de raad. Mijn oproep aan de wethouder, haal dit uit het voorstel. Laten we hier zorgvuldig over spreken.

Bezint eer ge begint: de stad raakt verdeeld. En vroeg of laat gaat dat fout.

Voorzitter, de markt moet het niet alleen doen, wij moeten het samen doen. Met hulp van onze huurders, onze kopers, onze woningcorporaties en, ja, marktpartijen en fatsoenlijke beleggers. Die niet alleen rendementen voorop stellen, maar fijn en betaalbaar wonen. Dat vraagt om sturing.

Helaas, wij hebben geen Wibaut die bouwt. Een wethouder die recht praat wat scheef is.

Vroeg of laat keert de wal het schip. Dan pikken mensen het niet meer dat er alleen gebouwd wordt voor mensen met een hoog inkomen.

Mijn devies voor het stadsbestuur is dan ook – naar een goede oude sociaal-democraat: in geouwehoer kan je niet wonen. Bouw betaalbaar, houdt betaalbaar. Dat is de enige weg naar een stad waarin iedereen zich mag thuis voelen.