Coöperatie oplossing voor impasse in woningmarkt
De PvdA wil het initiatief nemen voor de oprichting van wooncoöperaties. Zo kunnen mensen met een middeninkomen een veilige stap maken in hun wooncarrière, wordt scheefwonen verminderd en blijft de hoeveelheid van bereikbare woningen op peil. De samenhang in de buurt wordt versterkt en sociale huurwoningen blijven bereikbaar voor mensen die dat nodig hebben.
In de woningbouwsector is de coöperatie een weinig gebruikte organisatievorm. In Almere zijn de eerste succesvolle experimenten in de nieuwbouwsector opgezet. PvdA-senator Adri Duivesteijn is de drijvende kracht achter dit gedachtegoed. Waarom een coöperatie? De Haagse woningcorporaties willen een deel van hun woningen, de woningen met een huur boven de socialehuurgrens, verkopen. De PvdA heeft daar grote zorgen over. De wachttijd voor een sociale woning neemt namelijk toe. Als de hoeveelheid sociale woningen verder wordt afgebouwd komt de betaalbaarheid van woningen voor veel mensen in gevaar. Daarom willen wij naar een systeem van duurzame verhuur en geen verkoop (uitponding).
In een wooncoöperatie is er geen sprake van woningeigendom van individuele leden, maar van collectief eigendom. De woning is eigendom van de coöperatie. Alle leden hebben zeggenschap over het gemeenschappelijk bezit. Een huurder kan financieel participeren in de coöperatie en zo meeprofiteren van het financieel rendement op het vastgoed. Onderhoud en toezicht kunnen in gezamenlijkheid worden georganiseerd. Mensen krijgen zo ook directe invloed op de eigen leefomgeving.
Concreet betekent het dat corporaties zowel woningen kunnen verhuren, als een deel van hun woningen onderbrengen in een wooncoöperatie. Op deze manier worden huurders in staat gesteld een woning te verwerven van de corporatie waar zij thans huren; het zogenoemde instaprecht voor huurders. De gedachte is dat de huurder – of, beter gezegd: de nieuwe koper – dát deel betaalt, dat hij of zij op basis van de NHG en Nibud-normen bij de bank kan lenen. Inkomensstijging zal leiden tot een groter aandeel in het eigendom, en uiteindelijk tot de verwerving van het volle eigendomsaandeel van de woning binnen de wooncoöperatie. Voor wat betreft de woonlasten hoeft er in het begin niet noodzakelijkerwijs een verschil te zijn tussen huur en koop. Dit is een veilige manier om langzaam toe te groeien naar een eigen woning. Geen kille sanering van het bestand sociale woningen, maar een warme overdracht naar huurders.
Een coöperatie is ook mogelijk per gebouw. Collectieve particuliere opdrachtgevers die diverse gebruiksfuncties in een gebouw willen verenigen kunnen voor deze vorm kiezen. Een eenvoudige beheerstructuur met veelzijdige financiële participatie. Zo kun je denken aan omgebouwde kantoren met werk, woon en zorgfuncties.
Meer zeggenschap voor huurders
Voor het beheer van sociale woningen is de woningcorporatie nu de beheersvorm. Op de individuele koopmarkt worden de gemeenschappelijke zaken geregeld in de vereniging van eigenaren (VvE). Beide organisaties kennen echter hun beperkingen. Huurders hebben maar beperkt inspraak en zeggenschap bij de woningcorporatie, de VvE heeft weinig invloed op onwillige eigenaren. Juist meer zeggenschap voor huurders is een belangrijk voordeel een coöperatievorm. De PvdA denkt dat een coöperatie een organisatievorm is die de korte- en langetermijnbelangen evenwichtig garandeert, door de zeggenschap over het vastgoed te verdelen over meerdere partijen.