Grondwetfestival is een blijvertje

DEN HAAG – Den Haag heeft een nieuwe traditie: het Grondwetfestival. Eén keer in de vijf jaar wordt er groots uitgepakt, de andere vier keer gaat het om ‘bescheidener’ evenementen. Eind maart vorig jaar werd in de hofstad het allereerste Grondwetfestival gehouden. Dat was omdat de Nederlandse Grondwet precies 200 jaar bestond.

Deuren die normaal dicht bleven, gingen open, zoals van de Ridderzaal, Eerste en Tweede Kamer, het Kabinet van de Koning en het Vredespaleis. Jong en oud kwam zo laagdrempelig in contact met de politiek. Ook buiten was het feest. Op het Plein, rondom de Hofvijver en op het Korte en Lange Voorhout waren riddertoernooien, workshops en demonstraties van bijvoorbeeld de Koninklijke Landmacht. In totaal kwamen er 65.000 mensen naar Den Haag.

Het éénmalige evenement smaakte naar meer. Vanuit de gemeenteraad, kwam de vraag of het geen terugkerend festival kon worden in de Internationale stad van Vrede en Recht. Ook het stadsbestuur koesterde die wens, maar verwees wel door naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. Na overleg komt een jaarlijks evenement rond de Grondwet.

Niet elk jaar zo grootschalig, want dat kost te veel en er is ook niet elk jaar een goede specifieke aanleiding. Maar één keer in de vijf jaar een festival, de vier andere jaren in de vorm van een speciale dag.

PvdA-raadslid Rajesh Ramnewash is blij met de toezeggingen. Hij benadrukt dat dit evenement belangrijk is vanwege de toenemende spanningen in de samenleving. “De vrijheid van meningsuiting versus de vrijheid van religie. Het is belangrijk dat de instellingen van de democratie juist nu hun deuren openen.”