Onderzoek etnisch profileren
Vandaag hadden we in de Algemene Raadscommissie een werkbespreking over een onderzoeksrapport van de Universiteit Leiden over (vermeend) etnisch profileren door de Haagse politie. De ervaring leert dat vooral Marokkaanse jongeren te maken hebben met (vermeend) etnisch profileren. Dat is een van de redenen waarom het “Actiecomité Herstel van Vertrouwen“ klachten heeft gebundeld en naar de burgemeester heeft gestuurd.
In het onderzoek, dat werd gepresenteerd door Prof. dr. J.P. Van der Leun, is gekeken naar politiebeslissingen op straat in drie Haagse wijken en percepties van politiefunctionarissen en jongvolwassenen, met speciale aandacht voor (mogelijk) etnisch profileren. Hierin kwam naar voren dat er veel verschil is tussen hoe politiefunctionarissen hun handelen duiden en hoe de jongeren dat ervaren.
Uit het onderzoek blijkt geen pessimistisch beeld van de situatie rondom de politie en burgers in Den Haag, maar het “geeft wel aandacht voor de verbindende kant van het politiewerk”. Aldus het onderzoek. Het gaat er dus vooral om dat wordt uitgelegd waarom de politie iets doet.
Soms kan het terecht zijn dat iemand zich bijvoorbeeld moet legitimeren, maar de politie moet dan wel goed uitleggen waarom iemand wordt aangehouden. De onderzoeker pleit voor meer uitleg en transparantie door de Haagse politie bij met name ID-controle. Ik ben hier een voorstander van. Bij degene die gefouilleerd wordt, kan onduidelijkheid over de reden van het fouilleren behoorlijk veel onbegrip over het handelen van de politie opleveren wat zorgt voor vervreemding tussen burgers en politie. Dit draagt niet bij aan wederzijds respect en een respectvolle samenleving.
Op woensdag 25 juni is er een werkbespreking over het onderzoek waarbij ook organisaties en bewoners aan het woord komen, zoals het Actiecomité Herstel van Vertrouwen. Heb jij ook ervaringen die je wilt delen? Laat het me weten via [email protected]!