‘Overleven is mijn bezigheidstherapie’: op pad langs buitenslapers in de Scheveningse bosjes

Door Janneke Holman op 8 maart 2024

Onze fractievoorzitter Janneke Holman ging samen met raadsleden Vincent Thepass van Hera Butt van GroenLinks op 7 maart in gesprek en op pad met boswachters Hans en Demi. Dagelijks komen ze in de Haagse parken dakloze mensen tegen die in tentjes slapen – vaak arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa. Hieronder lees je haar blog. 

Vanaf het stadsdeelkantoor op Scheveningen is het een klein stukje fietsen, door straten met monumentale villa’s en statige ambassades, naar de Scheveningse bosjes. We hebben net koffie gedronken met boswachters Hans en Demi, en tientallen vragen op ze afgevuurd: Hoeveel mensen slapen in de Haagse parken? Zijn het vaak arbeidsmigranten die net hun werk hebben verloren, of zijn ze al langer dakloos? Hebben ze goed contact met daklozenorganisaties? 

Niet direct voordehand liggende vragen die je aan boswachters zou stellen. Toch is het waar Hans en Demi dagelijks mee bezig zijn, en waar ze hart voor hebben: mensen die noodgedwongen buiten slapen. Dat klopt niet in zo’n welvarend land als Nederland. De afgelopen maanden krijgt hun werk veel aandacht: in NRC (‘De ontslagen arbeidsmigrant belandt in het bos’), OmroepWest (‘Boswachter Hans is ‘menswachter’ voor daklozen in parken’), maar ook in Den Haag Centraal en eerder deze week nog in Hart van Nederland

Van poffertjesbakker naar ‘niet-rechthebbende’ 

Na de koffie gaan we op pad, of eigenlijk: van het pad af, de bosjes in. We spreken een man uit Litouwen die jarenlang poffertjesbakker was op Nederlandse kermissen, een tijd bij zijn oude baas woonde, daar niet langer mocht blijven van de woningcorporatie, en nu in een tentje slaapt. Zwart werk, of in ieder geval nooit goed geregistreerd, waardoor hij nu ‘niet-rechthebbend’ is. Een mistige term die eigenlijk zegt: omdat we niet zeker weten of je hier wel hoort, heb je geen recht op de ‘gewone’ opvang voor dakloze mensen, een uitkering, zorg en zicht op een eigen huis of enig ander perspectief. Niemand mag je écht helpen. 

‘Overleven is mijn bezigheidstherapie’ 

We fietsen verder. We treffen Jan*, opgegroeid in een boerderij achter Zoetermeer. Hij leeft al jaren buiten, dit is echt zijn plekje. Scherpe uitspraken over het daklozenbeleid rollen van zijn tong: “Mensen willen niet alleen een huis, maar ook een zinvol bestaan,” en “iedereen zoekt bezigheidstherapie, overleven is mijn bezigheidstherapie.” Het liefste zou hij een huisje vinden in Zeeland, ver van iedereen. Sommige mensen zijn niet geschikt voor de opvang en hulptrajecten waarin van alles moet, zegt hij. Het gaat om maatwerk, kijken wat de mens voor je nodig heeft. 

Met de bonensoep op het vuur praten over de bouw

Onze laatste stop is bij de Poolse Boguslaw en zijn vriendin, ‘bekend’ van de reportage in NRC. Hij heeft levercirrose, en laat een foto van zijn buik zien: niet een aandoening waarmee je in een tentje in de kou zou moeten liggen. Vandaag was hij voor een afspraak in het ziekenhuis. Hij heeft geen zorgverzekering, maar door liefdadigheidsorganisaties en betrokken hulpverleners worden de nodige treinkaartjes en afspraken toch geregeld. Terwijl de bonensoep op het vuur pruttelt, vertelt hij wat voor werk hij de afgelopen dertig jaar in Nederland heeft gedaan: in de kassen – bloemkool, spinazie – en veel in de bouw. Oranjewoud, Strukton, Ballast Nedam. Hij kan ze allemaal noemen, hij heeft er allemaal (waarschijnlijk via onderaannemers) voor gewerkt. Maar wederom: geen bewijs, dus geen rechten.

Een web van zijden draadjes

Hulp aan dakloze arbeidsmigranten en andere ‘buitenslapers’ hangt van een web van zijden draadjes aan elkaar: Hans en Demi die komen kijken met een flesje water en een paracetamol. De Soepbus op de Koekamp waar mensen een paar avonden per week een kopje soep en een broodje kunnen krijgen. Stichting De Vriend die maaltijden organiseert, waar mensen zelf mee kunnen koken. Het straatteam, het Straat Consulaat, het Straatpastoraat. Stichting Barka, die zich specifiek richt op dakloze arbeidsmigranten: ze helpen mensen aan het werk of met de terugkeer naar het thuisland. Een web van dunne draadjes, want een stevig vangnet ontbreekt. 

Dakloosheid als woonprobleem

Hoe zou dat stevige vangnet eruit moeten zien? Uit het ‘Nationale Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis’ (2022) volgde het Haagse actieplan ‘Den Haag geeft thuis’ (2023) met als gedeelde ambitie om dakloosheid in 2030 uit te bannen. Bij beide plannen zijn zorgen over een voortvarende uitvoering, maar de koerswijziging werd met gejuich ontvangen: dakloosheid is geen zorgprobleem, maar bovenal een woonprobleem. Precies volgens het housing first-principe dat er in Finland daadwerkelijk voor heeft gezorgd dat er nauwelijks meer mensen buiten slapen. 

Eerst een thuis, maar niet voor de arbeidsmigrant

Let wel: eerst een thuis, maar niet voor de dakloze arbeidsmigrant. Want die heeft nog altijd nergens recht op. Hoe los je dat op? Het begint met het aanpakken van misstanden op de arbeidsmarkt: malafide uitzendbureaus die kwetsbare mensen hierheen halen om werk te doen in sectoren waarvan je je überhaupt moet afvragen of daar nog ruimte zou moeten zijn in ons land als ze kennelijk alleen kunnen draaien op goedkope arbeid en bijkans uitbuiting. De scheiding van bed en baan, waardoor je met het verliezen van je werk niet ook direct dezelfde dag op straat staat. Fatsoenlijke huisvesting, in plaats van een tapijt aan matrassen in een te klein appartement. Op dit vlak kunnen we voor het grootste deel weinig anders dan de hoop vestigen op de onderhandelingstafel van het nieuwe kabinet. 

Kleine stapjes

Zolang ook dat niet geregeld is, zullen er iedere week nieuwe tentjes opduiken in onze parken. Wel worden er stapjes gezet: sinds kort kunnen gemeentes een ‘rechtentool’ gebruiken om beter in beeld te krijgen of een dakloze arbeidsmigrant misschien tóch in aanmerking komt voor opvang en hulp. En hoewel in het Haagse actieplan al was aangekondigd dat er wordt nagedacht over een speciale opvang voor arbeidsmigranten, was Rotterdam deze week al een stap verder: die opvang komt er, met 60 plekken. Helaas wel met de drijfveer om ‘overlast aan te pakken’ in plaats vanuit een basaal gevoel dat het mensonterend is dat mensen buiten slapen, maar het is iets

Een oogje in het zeil 

Genoeg voer om mee te nemen in de komende debatten over dakloosheid, wonen en arbeidsmigranten in de Haagse gemeenteraad. Wat mij betreft hebben we de plicht om meer te doen dan wat wettelijk ‘mag’ om mensen te helpen, zolang het kabinet niet met oplossingen komt. Ondertussen houden Hans en Demi een oogje in het zeil: wat extra vuilniszakken waar de buurman van de poffertjesbakker om vroeg. Een praatje met Jan. Goed contact met de hulpverleners rond Boguslaw over zijn medische toestand, meelezen met de bijsluiter van zijn medicijnen. Ze weten precies waar de afgelopen week tentjes zijn verdwenen, en staan klaar als er komende week weer nieuwe tentjes opduiken. 

*Jan is niet zijn echte naam

De foto bij dit artikel is gemaakt door Eveline van Egdom in opdracht van het Straat Consulaat. Stereotypen over dakloze mensen staan een effectieve aanpak in de weg. Daarom stellen zij gratis beeldmateriaal beschikbaar dat een realistisch beeld geeft van dakloosheid. Klik hier voor meer informatie en foto’s.

Janneke Holman

Janneke Holman

Janneke Holman (1990) woont in het Valkenboskwartier. Sinds 2018 is ze raadslid voor de PvdA Den Haag en woordvoerder op armoedebestrijding, dakloosheid, zorg en welzijn, buitenruimte en duurzaamheid. Daarin ziet ze dat er een hoop is om voor te knokken. Ze stelt dat de verschillen in Den Haag groot zijn en je steeds mondiger en assertiever

Meer over Janneke Holman