Voorkom dat het fundament van de jeugdhulp instort

Vandaag in het nieuws: belangrijke jeugdzorgorganisaties staan op omvallen, terwijl kleine aanbieders grote winsten boeken. Helaas is dit herkenbaar voor Den Haag. Grote jeugdzorgorganisaties zijn vaak het fundament van de jeugdhulp die we bieden: zij verlenen zorg aan de meest kwetsbare kinderen en jongeren, regelen uithuisplaatsingen, zorg voor kinderen in gezinnen waar meerdere problemen spelen en organiseren de crisisdienst. Ondertussen leiden ze personeel op, doen ze onderzoek en denken ze mee met beleid. Maar de tarieven die zij hiervoor betaald krijgen zijn nauwelijks toereikend.

Daartegenover staan kleine jeugdhulporganisaties. Velen doen ongetwijfeld goed werk en verlenen goede zorg. Maar een deel kiest voor de meest eenvoudige vormen van jeugdhulp waar geen financiële buil aan te vallen is, zoals hulp bij dyslexie, en maakt daardoor soms zelfs 35% winst. Geld dat bedoeld is voor zorg voor kinderen en jongeren, maar daar nu niet terecht komt. 

Daarom is het tijd om in de jeugdhulp het kaf van het koren te scheiden: om het fundament van de jeugdhulp te beschermen, en niet langer samen te werken met jeugdhulporganisaties die exorbitante winsten maken. Raadslid Janneke Holman heeft samen met de ChristenUnie-SGP vragen gesteld aan de wethouder naar de situatie in Den Haag: wat zijn de winstmarges van de organisaties waarmee wij samenwerken? Hoe staat het met de belofte dat we niet langer samenwerken met ‘zorgcowboys‘ die grote winsten opstrijken? En hoe zorgen we ervoor dat we juist die fundamentele jeugdhulp goed beschermen? 

Niet voor niets spraken we in het coalitieakkoord af dat we alleen in zee gaan met de beste aanbieders, met binding met de stad. Door de manier waarop we nu jeugdhulp organiseren, is de drempel voor jeugdhulpaanbieders laag om aan de slag te gaan in Den Haag. Dat leidt niet alleen tot vele tientallen aanbieders die elkaar beconcurreren en langs elkaar heen werken, maar ook tot weinig grip op welke hulp nu precies verleend wordt. Juist daardoor verdwijnt er nu geld in winsten van bedrijven, in plaats van hulp en zorg aan kwetsbare kinderen. Des te meer reden om definitief af te rekenen met de marktwerking in jeugdhulp.