Door op 6 juli 2015

Kunst en Cultuur moet recht doen aan iedereen die in de stad woont

De afgelopen weken spraken we in de raad over het beleidskader Kunst en Cultuur. Ik heb mij daar hard gemaakt voor kunst en cultuur voor iedereen in de stad.

De politiek bemoeit zich niet met de vorm of inhoud van kunst en cultuur. Nee, ze schept de randvoorwaarden. Zodat ook het kwetsbare, wat commercieel niet interessant is ondersteund wordt en behouden blijft. Het in stand houden en ontwikkelen van een hoogwaardig en breed cultureel aanbod moeten we koesteren. Van jazz tot dans, museum, film en podiumkunst, voor een breed publiek of artistieke niches, mainstream en underground, productiehuis en broedplaats. Van ontwikkeling jonge makers tot internationaal gerenommeerde instellingen. Een aanbod dat recht doet aan iedereen die in de stad woont.

Kunst mag mooi, lelijk, ontroerend, verrassend en soms choquerend zijn. Vakmanschap, vernieuwing en oorspronkelijkheid zijn de ingrediënten die vorm geven aan de innerlijke stem van de kunstenaar. Het beleidskader is een mooi pleidooi geworden voor kunst; een waarde op zich is en gewoon mooi mag zijn. Ook wordt in het beleidskader het streven naar een breder cultuurbereik en een grotere maatschappelijke relevantie benadrukt. Dit staat naast de inhoud van de kunst zelf, want dat is slechts voorbehouden aan de kunstenaar.

Ik ben er trots op als zo veel mensen in Den Haag kunnen delen van de schoonheid van kunst. Dat doen we door kunst en cultuur betaalbaar, dichtbij en toegankelijk te houden voor iedereen. Jong en oud, autochtoon en allochtoon, Moerwijk of Vogelwijk. Het betrekken van mensen die van huis uit niet snel met kunst en cultuur in aanraking komen, waaronder Nederlanders met een andere culturele achtergrond, zorgt er alleen maar voor dat het publiek voor al het mooie groter wordt. Het bevorderen van cultuurspreiding en participatie is ook het middel om in de toekomst nieuwe talenten, afkomstig uit alle lagen van de bevolking, de kans geven een nieuw publiek aan te boren.

Cultuureducatie

Dat begint al op jonge leeftijd op school. Kunst heeft een enorme betekenis voor de persoonlijke ontwikkeling van een kind. Cultuureducatie is daarom zo belangrijk: alle kinderen uit alle milieus kunnen op deze manier met cultuur in aanraking komen. Kinderen zijn de kunstenaars en bezoekers van de toekomst.

In de Haagse Methode voor cultuur op school, beschreven in het Deltaplan Cultuureducatie wordt gesteld dat met culturele instellingen afspraken zijn gemaakt, dat ten minste 5% van de subsidie aan instellingen is bestemd voor activiteiten die zij voor scholen ondernemen. In de evaluatie blijkt dat niet iedere instelling 5% heeft uitgegeven aan Cultuureducatie sommigen minder anderen meer. Het Residentieorkest heeft meer uitgeven, te weten 14% van het budget, aan cultuureducatie.

De vraag is dan wel wat gaat er gebeuren met instellingen die minder hebben uitgegeven? De 5% norm wordt losgelaten omdat het een overaanbod creëert. Dat lijkt mij verstandig. Maar wordt het budget voor cultuureducatie nu niet indirect uitgehold? En is naast de 0,45 miljoen voor scholen niet geld nodig voor instellingen die veel hebben met educatie? Ook om het risico dat scholen alles binnen eigen muren gaan organiseren te reduceren. Kennis maken en bezoeken van instellingen blijft belangrijk.

Verbreding cultuurbereik/diversiteit

Laagopgeleiden, nieuwe Nederlanders en jongeren maken nog relatief minder gebruik maken van het bestaande aanbod van kunst en cultuur. Dit heeft deels te maken met het aanbod, maar ook omdat instellingen de kennis en ervaring van nieuwe Nederlanders en jongeren onvoldoende inzetten om de nieuwe groepen aan zich te binden. Maar het begint bij een divers aanbod en diverse programmering.

Er zijn schitterende initiatieven gaande. Het Residentie Orkest lijkt dit tot in zijn haarvaten te voelen. Veel waardering en lof daarvoor. Denk aan Symphonic Seniors waarbij 80 senioren de kans krijgen instrument van hun dromen alsnog te leren bespelen, waarin ook de belangrijke verbinding wordt gelegd met zorg en welzijn, The Hague Afrika festival en de samenwerking met het Paard om jongeren te benaderen.

Ook de cultuurankers spelen een grote rol in de verbreding en diversiteit, en juist in de wijken waar kunst en cultuur nodig is en nut heeft. Dichtbij, toegankelijk, inspelend op de behoefte en gevoelens in de wijk. Dat is waarom de PvdA hier jaren geleden op in heeft gezet en het is precies datgeen wat we nog steeds belangrijk vinden. Als ik naar Dakota kijk die 35.000 mensen wist te bereiken in het afgelopen jaar, nauwkeurig kijkend naar wie er in de wijk woont en hoe ze wijkbewoners kunnen bereiken. Ze doen al het mogelijke met een klein team en vrijwilligers. Helaas moeten ze soms ook goede initiatieven afwijzen. Dat geldt ook voor de andere cultuurankers. Extra financiële ruimte voor programmering en ondersteuning maakt het mogelijk, dat cultuur in elke wijk een belangrijke en zichtbare plek krijgt. Ik heb de wethouder gevraagd hier naar te kijken.

Daarnaast mogen de organisaties en besturen zelf ook wel meer divers. Diversiteit is nodig in besturen, personeel, publiek én programmering. Alleen als je cultuursensitief denkt, kan je het ook zijn. Daarom is het goed de gemeente de “Code Culturele Diversiteit” wil toepassen om culturele diversiteit te verankeren wat betreft publieksbereik, programmering, het personeel (inclusief toezichthouders) en partners waarmee wordt samengewerkt. De eerste proeve van bekwaamheid uit zich in de samenstelling commissie.

In het stuk is behoorlijk veel aandacht voor diversiteit maar er is geen budget voor geregeld. De regeling pluriform programmeren bestaat zelfs niet meer. Helaas blijken nieuwe organisaties die diversiteit moeten inbrengen niet goed in staat om zich goed te profileren en het budget niet hebben om podia te betalen en kost het instellingen tijd/geld/inspanning en heel veel energie om een divers publiek aan te boren. Het zou goed zijn om inspanningen van instellingen te stimuleren en een budget te hebben waarin aanbod uit de stad gematched wordt met aanbod podia. Ik zou het toejuichen als dit niet alleen vanuit de Kunst en Cultuur begroting zou zijn. Als we diversiteit als stad zo belangrijk vinden moet het doorwerken in alle onderdelen van het beleid bijvoorbeeld integratie, evenementen of emancipatie.