“Zieke Haagse vader slaapt met drie kinderen op grond in kantoor: ‘Ik kan ze toch niet op straat laten!’” kopte het AD afgelopen maandag boven het schrijnende verhaal van Hamouch, die vorig jaar op straat kwam te staan met zijn kinderen. Toen hij zich bij het Daklozenloket meldde kreeg hij nul op rekest, ondanks de afspraak dat in Den Haag nooit kinderen op straat komen te staan, en ondanks dat hij volgens het Daklozenloket zelf opvang zou kunnen in zijn sociale netwerk, waar dus geen sprake van is.
Het goede nieuws is dat de wethouder er bovenop zit om een goede oplossing te vinden. Het slechte nieuws is dat achter één verhaal mogelijk nog veel meer schrijnende verhalen schuilgaan. Lang niet iedereen die zich bij het Daklozenloket meldt, krijgt namelijk een bed in de opvang. Raadslid Janneke Holman krijgt van verschillende kanten signalen dat steeds vaker mensen worden afgewezen vanwege ‘zelfredzaamheid’, of worden verwezen naar hun sociale netwerk. Ook bleek begin dit jaar dat er nog te vaak dakloze mensen worden afgewezen vanwege een gebrek aan regiobinding, terwijl alle gemeentes die daklozenopvang organiseren de plicht hebben om mensen zelf op te vangen óf ervoor te zorgen dat ze ergens anders terecht kunnen.
Daarom heeft Janneke een debat aangevraagd op 3 juni om snel meer duidelijkheid te krijgen: hoe het staat met het vinden naar een oplossing voor de vader en zijn kinderen, maar ook hoe het zit alle andere dakloze mensen die zich melden bij het Daklozenloket. Het mag niet zo zijn dat mensen te snel worden weggestuurd omdat ze zichzelf wel zouden kunnen redden of bij familie of vrienden op de bank kunnen slapen. Het aantal mensen dat zich meldt bij het Daklozenloket is de afgelopen jaren flink toegenomen, en Den Haag staat voor een enorme uitdaging om iedereen goed op te vangen en huisvesting te regelen. Maar, dat mag nooit de reden zijn dat we op voorhand al extra sloten op de deur zetten.