Het gaat beter als iedereen mee kan doen
Discriminatie is in Den Haag aan de orde van de dag. In een stad met veel achtergronden, geloven en een omvangrijke economische segregatie liggen ongefundeerde oordelen altijd op de loer. Dat kan leiden tot grote achterstanden en tot spanningen. Dat is de internationale stad van recht en vrede onwaardig.
Niets is zo erg als het gevoel hebben, er niet bij te horen. Dat leer en ervaar je als kind al op het schoolplein. Buitensluiten, dat gebeurt vaak. Als dat bewust en systematisch gebeurt kan dit nare gevolgen hebben. Zeker wanneer signalen niet worden opgevangen, wanneer wordt weggekeken of erger nog: verschillen worden uitvergroot. Het kan er toe leiden dat mensen op achterstand komen te staan. Vroeg of laat gaat dat fout.
Als kinderen thuis minder mee krijgen of het aan middelen ontbreekt om te sporten of aan cultuur te doen, dan is het moeilijker aanhaken. Maar wat als het aan wil en inzet niet ontbreekt, maar je stelselmatig wordt afgewezen voor een stage of een baan vanwege je achternaam? Wat als je je steeds moet verdedigen voor terreurdaden van mannen en vrouwen met zogenaamd hetzelfde geloof? Wat als je elke keer je ID moet laten zien, vanwege de kleur van je huid? Of wanneer je hand in hand loopt en wordt uitgescholden. Wat als je ouders je niet naar de school in de buurt kunnen sturen, vanwege de hoge ouderbijdrage? Allemaal dagelijkse Haagse voorbeelden, waarbij je de moed gemakkelijk kan verliezen.
Discriminatie is taai, omdat het zich vaak onderhuids afspeelt. We moeten grenzen stellen aan alle vormen van discriminatie en dit bestraffen via de rechter. Er is hier nog veel werk aan de winkel, want veel onttrekt zich aan ons waarnemingsvermogen.
Nog belangrijker is wellicht het voorkomen van een voedingsbodem voor discriminatie. Het doelbewust uitvergroten van verschillen zal veel harder worden weersproken, want dit kan discriminatie doen oplaaien. We hebben de afgelopen tijd helaas in Den Haag te veel voorbeelden van gezien van selectieve verontwaardiging, van ‘politiek wegkijken’ of van het bewust uitvergroten van verschillen.
Zo zweeg de PVV toen sprake was van abjecte discriminatie in Duindorp tegen nieuwe bewoners. Daarentegen was er alom opwinding bij deze ‘vrijheidsstrijders’ toen basisschool Yunus Emre – eenvoudigweg op basis van bewezen schoolprestaties – toestemming kreeg om een tweede vestiging te openen. Of bij de onthulling van een prachtig beeld van twee moslimmeiden met een IPad in de hand.
Ook de Islamitische Partij van de Eenheid kan er wat van. In het buitenland roept men dat moslims in Nederland worden onderdrukt en dat er geen grote bijeenkomsten mogen worden georganiseerd. Ook dit draagt niet bij aan een oplossing. Er is nog een lange weg te gaan om dergelijke partijen met eufemistische namen, de werkelijke betekenis van ‘eenheid’ en ‘vrijheid’ te laten inzien. Gematigde krachten moeten nog veel steviger stelling nemen tegen deze katalysatoren van discriminatie.
Gelukkig kiest het Haagse stadsbestuur voor verbinding. Naar aanleiding van een PvdA-motie afgelopen najaar, ligt er een ambitieus anti-discriminatieplan. Dit plan gaat uit van het verbinden op wat Haags is, van wat ons één samenleving doet zijn. Zo kunnen er voor iedereen kansen ontstaan, ongeacht je achternaam, achtergrond, geloofsovertuiging of geaardheid. Niet omdat dat vanzelf zo is, maar omdat we daar voor knokken.
Onorthodoxe maatregelen zijn nodig om iedereen een kans te geven op de arbeidsmarkt. Bedrijven die discrimineren zullen keihard aangepakt moeten worden. Tegelijkertijd kunnen vooroordelen worden geslecht door jongeren en werkgevers veel meer met elkaar in contact te brengen. Onze besturen zullen meer een afspiegeling moeten worden van onze stad. En gaat dat niet vrijwillig, dan moeten we dat maar afdwingen. We zullen de intolerantie jegens vreemdelingen en migranten keihard moeten aanpakken, en naast antisemitisme zullen we ook moslimhaat moeten bestrijden.
In Den Haag moet discriminatie veel hoger op de agenda. Niet alleen in beleid, maar in ieders houding. Niet wegkijken, maar bespreekbaar maken. Niet selectief te werk gaan, maar alle verschillen durven aanpakken. Omdat – zoals je op het schoolplein al leert – het zoveel beter gaat, als iedereen mee kan doen.